Publicitade D▼
anunciar (v.)
bekend maken, luchten, ventileren, wereldkundig maken, openbaar maken, in het openbaar brengen, reclame maken voor, klinken, geluid maken, toon voortbrengen, luiden, schellen, aanbellen, bellen, weergalmen, aanschellen, beieren, bommen, gaan, klepelen, afgaan, laten weten, aanraden, adviseren, mededelen, waarschuwen, inlichten, informeren, declareren, uitspreken, verklaren, afroepen, annonceren, bevorderen, pushen, promoten, rondbazuinen, rondbrieven, rondstrooien, uitbrieven, adverteren, inluiden, omroepen, aandienen, aanmelden, afkondigen, verkonden, verkondigen, inleiden, bekendmaken, aankondigen, te kennen geven, gewagen, notificeren, notifiëren, publiceren, rapporteren, melden, vermelden
anunciar (v.) (Brasil)
anunciar (v.) (Portugal;Brasil)
Publicidade ▼
Ver também
anunciar (v.)
↘ agente publicitária, algazarra, anunciante, anúncio, campainha, clamor, noticiador, proclamação, publicação, publicitária, ruído, tocar
anunciar (v.)
difundir; dar publicidade a; publicar; divulgar; fazer a publicidade de[ClasseHyper.]
public (fr)[Rendre+Attrib.]
informar[Hyper.]
Publicidade - publiciser, publicist, publicizer (en)[Dérivé]
anunciar (v.)
bater, fazer, ressoar, soar[Hyper.]
barulho, repique, trovão - anilhagem[Dérivé]
anunciar (v.)
informar[Hyper.]
anúncio, aviso, comunicação, intimação, notificação - notificação - anúncio, aviso - notifiable (en)[Dérivé]
anunciar (v.)
anunciar (v.)
poser des affiches (fr)[Classe]
avisar; anunciar[ClasseHyper.]
faire connaître à une autorité (fr)[Classe]
indicar[Classe]
difundir; espalhar[Classe]
petite annonce (fr)[Dérivé]
anunciar (v.)
mostrar[Hyper.]
Publicidade - publiciser, publicist, publicizer (en)[Dérivé]
anunciar (v.)
identificar[Hyper.]
apresentador, locutor[Dérivé]
anunciar (v.)
anunciar (v.) [Portugal , Brasil]
distribuir[Hyper.]
release (en)[Dérivé]
Publicidade ▼