Publicitade R▼
aparecer (v.)
opdagen, zichtbaar worden, te voorschijn komen, tevoorschijn komen, verschijnen, in opkomst zijn, opkomen, voor de dag komen, blijken, aan het licht komen, uitkomen, stappen, uitgaan, buitenkomen, naar buiten gaan, naar buiten komen, uitrukken, in beweging komen, zich in beweging zetten, wegrijden, zich vertonen, zich tonen, opduiken, duidelijk worden, opdoemen, de tijd doorbrengen, de tijd verdrijven, de tijd doden, flaneren, ophangen, slenteren, uithangen, doorbrengen, passeren, verdoen, vertonen, dunken, aandoen, ruiken, toeschijnen, lijken, schijnen, eruitzien, ogen, tonen, zien, voorkomen, toelijken, optreden, er uitzien, zich uiten, tot uitdrukking komen, zich manifesteren
aparecer (v.) (Portugal)
plaatshebben, gaande zijn, schelen, zich, plaatsvinden, voorkomen, gebeuren, opduiken, verschijnen, er aan toegaan, geschieden, voorvallen, zich afspelen, zich voordoen
aparecer ()
ogen, eruitzien, lijken, schijnen, toeschijnen, er uitzien als, er uitzien naar, aanwippen, binnenvallen, aanlopen, langskomen, langslopen bij
aparecer () (Portugal;Brasil)
Publicidade ▼
Ver também
aparecer (v.)
↘ aparição, emergência, reaparecer ≠ sumir
aparecer
aparecer [Portugal , Brasil]
agir dans une action en cours (fr)[Classe]
théâtre (fr)[DomaineCollocation]
entrada, ingresso[Dérivé]
representar, ser representado[Domaine]
aparecer (v.) [Portugal]
apparaître : devenir distinct, manifeste (fr)[Classe]
brotar; surgir; sobrevir; aparecer[ClasseHyper.]
aparecer[Hyper.]
aparecer (v.) [Brasil]
aparecer[Hyper.]
aparecer (v.)
aparecer (v.)
apparaître : devenir distinct, manifeste (fr)[Classe]
se déclarer, se dévoiler (personne) (fr)[Classe]
se montrer (fr)[Classe]
(rocio), (manhã; alva; amanhecer; madrugada), (cedo)[termes liés]
(aterragem)[termes liés]
aparecer[Hyper.]
open, surface (en)[Dérivé]
aparecer (v.)
aparecer (v.)
aparecer[Hyper.]
emergência - crescimento[Dérivé]
aparecer (v.)
aparecer (v.)
échapper à l'ennui en s'occupant (fr)[Classe]
folgar; não ter pressa; levar o seu tempo; fazer cera[Classe]
(folgar; não ter pressa; levar o seu tempo; fazer cera), (duração)[termes liés]
fazer passar, passar[Hyper.]
aparecer (v.)
aparecer, parecer[Hyper.]
aparecer (v.)
devenir matériel (fr)[Classe]
aparecer (v.)
paraître, donner l'impression (fr)[Classe]
mot de paraître; de semblance (fr)[Classe...]
aparecer (v.)
aparecer[Hyper.]
materialização[Dérivé]
aparecer (v. intr.)
se divertir (fr)[Classe]
aparecer (v. intr.)
s'aérer (fr)[ClasseParExt.]
passear; aparecer; saír; ir-se embora[ClasseHyper.]
être absent (fr)[ClasseParExt.]
(fora; ao ar livre; exterior; lá fora), (piquenique)[termes liés]
aparecer (v. intr.)
remuer le corps (fr)[Classe]
commencer à partir (fr)[Classe]
faire des manœuvres (soldat) (fr)[DomainRegistre]
Publicidade ▼