Publicitade R▼
assumindo () (Portugal)
assumir (v.)
op zich nemen, onderstellen, stellen, uitgaan van, poneren, aannemen, assumeren, postuleren, presumeren, supponeren, veronderstellen, aannemen; veronderstellen, zonder meer aannemen, als vanzelfsprekend aannemen, zich weinig aan iets gelegen laten liggen, aanvaarden, aanvaarding, belasten, verplichten
assumir () (Portugal)
Publicidade ▼
Ver também
assumindo
assumir (v.)
↘ conjectura, especulação, fazerdeconta, hipótese, presumível, provável, suposição, teoria
assumindo [Portugal]
concordar, confessar, reconhecer[Dérivé]
assumir [Portugal]
carregar, transportar[Hyper.]
ombro[Dérivé]
assumir (v.)
pagar[Hyper.]
assumir (v.) [Brasil]
alterar, cambiar, mudar, trocar[Hyper.]
assumir (v.)
condition indispensable à l'existence d'un fait (fr)[DomaineCollocation]
problème de mathématique (fr)[DomaineCollocation]
assumindo[Syntagme]
assumir (v.)
take office (en)[Hyper.]
assunção[Dérivé]
Publicidade ▼