Publicitade D▼
⇨ definição - Wikipedia
Publicidade ▼
autonomie
autonomie (n.)
autonomie (n.f.)
autarchie, onafhankelijk, zelfbeschikkingsrecht, zelfbestuur, autarkie (staatkunde), zelfvoorziening (staatkunde)
autonomie (n.f.) (staatkunde)
democratie, selfgovernment, self-government, zelfbeschikking (staatkunde), zelfbestaan (staatkunde), zelfbestuur (staatkunde)
Ver também
autonomie (n.)
↗ autonoom
autonomie (n.f.)
↘ autarkisch, separatisme, seperatisme, zelfverzorgend, zelfvoorzienend
Publicidade ▼
⇨ Autonomie Liberté Démocratie • Constitutieve autonomie • Democrazia Cristiana per le Autonomie • Statuut van Autonomie van Cantabrië • Universitaire autonomie
autonomie (n.)
onafhankelijkheid[Classe]
autonomie (v. s.)
autonomie (v. s.) [staatkunde]
choix diplomatique (fr)[Classe]
autonomie politique et indépendance (fr)[Classe]
(autobiografie)[termes liés]
autonomie, zelfbeschikkingsrecht[Hyper.]
autonomie (v. s.)
autonomie (v. s.)
autonomie (v. s.)
Descripteurs EUROVOC (fr)[Thème]
Wikipedia
De term autonomie is afgeleid van het Grieks αυτονομία (autonomía, autos (zelf) + nomos (wet), autonomos (eigen wetten opleggend)) en beschrijft het vrij zijn van extern bestuur. Het concept wordt teruggevonden in politiek, technisch, filosofisch, geneeskundig, moreel en psychologisch verband. Het verwijst daarbij steeds naar de capaciteit van een rationeel individu of bestuur om eigen verantwoorde beslissingen te nemen. Een goed Nederlands synoniem is zelfbestuur. Het tegenovergestelde van autonoom is heteronoom.
Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zijn bijvoorbeeld veel van de Russische deelstaten min of meer autonoom geworden. In sommige gevallen leidt het streven naar autonomie tot burgeroorlogen of terrorisme.
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,046s