Definição e significado de CONSEIL

conseil (n.)

raadgeving, tip, wenk, raad, advies, raadscollege, raadskollege, raad geven, vraagbaak, adviseur, adviseuse, raadgever, raadgeefster, begeleider, consulent, voorlichter, begeleiding, instructie, aanwijzing, bevel, gebruiksaanwijzing, kerkvergadering, concilie, ministerraad, sanhedrin, adviescollege, adviescommissie, planbord, schoonheidscommissie, welstandscommissie, consult, consultatie, beheerraad, board, gemeenteraad, inlichting, hint, vingerwijzing, indicatie, indikatie, aanduiding

conseil (n.) (politique)

raad  (staatkunde), advieskollege, adviescollege, gemeenteraad

conseil d'administration (n.)

curatorium, raad van bestuur

conseil de gestion (n.)

medezeggenschapsraad

conseil de guerre (n.)

krijgsraad

Conseil de sécurité (n.)

Veiligheidsraad

conseil des ministres (n.)

raad van ministers

conseil des ministres (n.) (politique)

ministerraad  (staatkunde)

conseil municipal (n.)

gemeentebestuur, gemeenteraad, stadsbestuur, vroedschap

demander conseil (v.) (V+à+comp)

advies inwinnen, te rade gaan bij

donner un conseil (v.)

advies geven, raad geven

mère du bon conseil

Maagd, madonna, Onze-Lieve-Vrouw

prendre conseil (v.)

beraadslagen, confereren

salle du conseil (n.)

bestuurskamer, directiekamer, direktiekamer, raadszaal, raadzaal