Publicitade E▼
dar (v.)
betuigen, overhandigen, schenken, verstrekken, leiden, administreren, bestieren, managen, beheren, besturen, bedienen, voorzetten, opscheppen, opdienen, opdissen, voorschotelen, serveren, op tafel zetten, opdoen, meegeven, geven, doteren, gunnen, trakteren, achterlaten, legateren, nalaten, vermaken, laten, legeren, renonceren, afstaan, afstand doen, opgeven, toebedelen, toemeten, toekennen, offeren, doneren, dokken, over de brug komen, opleveren, uitleveren, overgeven, overleveren, uitspreken, aangeven, aanbrengen, contribueren, inbrengen, bijdragen, teruggeven, retributie, teruggaaf, teruggave, uitreiken, teweegbrengen, veroorzaken, bezorgen, helpen aan, aanvoeren, fourneren, schaffen, toereiken, toevoeren, voorzien van, bemeubelen, meubelen, van meubels voorzien, inrichten, meubileren, toebereiden, equiperen, toerusten, uitrusten, geoutilleerd, outilleren, uitrusting, verdediging, verweer, bedruipen, begieten, besprenkelen, besproeien, bespuiten, water geven, sproeien, sprenkelen, salariëren
dar (v.) (Portugal)
nemen, aanrichten, brengen, aanbieden, bieden, lenen, offreren, presenteren, doen toekomen, geven, uitbrengen, uitspreken
dar () (Portugal)
geven, mededelen, meedelen, verschenken, wegschenken, weggeven, verstrekken, een fuif geven, delen, gaan, bellen, schallen, beieren, klinken, luiden, slaan
dar ()
toedienen, verstrekken, uitdelen, verdelen, rondbezorgen, rondbrengen, ronddragen, organiseren, opvoeren
dar (v.) (Portugal;Brasil)
dar a luz (v.)
baren (manspersoon), bevallen (manspersoon), bevallen van (manspersoon)
dar à luz (v.)
ter wereld brengen (manspersoon)
dar à luz (v.) (Portugal)
dar à luz (v.) (Brasil)
dar com (Brasil)
dar com (Portugal)
dar com (v.)
aantreffen, krijgen, ondervinden, ontmoeten, ontvangen, stoten op, tegenkomen, toevallig vinden, treffen, vinden
dar com (v.) (Brasil)
aanlopen, aantreffen, ontdekken, opdiepen, opduikelen, opduiken, stuiten, stuiten op, tegen het lijf lopen, tegenkomen, te weten komen, toeval, toevallen, toevallig tegenkomen, toevallig vinden, vervallen
dar nojo em (v.)
Publicidade ▼
Ver também
dar (v.)
↘ administração, aplicação, borrifador, chamada, comunicação, comunicado, comunicador, gestão, governo, irrigação, ministração, regador, telefone, telefonema, transmissor ↗ doação, herança, legado ≠ adoptar, deserdar, negar, recusar, repudiar
dar
dar [Portugal]
comunicar; transmitir[ClasseHyper.]
sujet (ce qui est soumis à la pensée) (fr)[Classe]
dar[ClasseHyper.]
information (fr)[DomaineCollocation]
dar
faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[Classe...]
faire exister en certains lieux (fr)[Classe]
faire exister partout des marchandises (fr)[ClasseHyper.]
transfer (en)[Hyper.]
Distribuição - distribuidor, revendedor[Dérivé]
dar [Portugal]
devour (en)[Classe]
dar [Portugal]
repartir; dividir[Classe]
jeu de cartes (fr)[DomaineCollocation]
acercar, ceder, passar, passar a, traspassar, trespassar[Hyper.]
distribuição - cartas, mão - carteador[Dérivé]
deal (en)[Domaine]
dar
organizar[Hyper.]
dar (v.)
légiférer (fr)[Classe]
administrer (fr)[Classe]
dar (v.) [Brasil]
organiser (fr)[Classe]
recevoir des gens (fr)[termes liés]
(espectáculo), (espectador; observador; vigia), (público)[termes liés]
dar (v.) [Portugal]
dar (v.) [Brasil]
dar (v.)
dar (v.)
être utilisé par qqn (fr)[Classe]
effectuer une tâche de service (fr)[Classe]
employé à des fonctions domestiques (fr)[termes liés]
(restaurante)[termes liés]
(bar)[termes liés]
servir à table (fr)[DomainRegistre]
dar (v.)
faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[ClasseHyper.]
transfer (en)[Hyper.]
giving (en) - doação, oferta, presente - ; doador, Apresentador de Televisão, Apresentadores de televisão, doador[Dérivé]
haver, ter[Cause]
adoptar[Ant.]
dar (v.)
dar (v.)
dar (v.)
deixar; legar[ClasseHyper.]
dar, dar um presente, entregar, oferecer, regalar[Hyper.]
doação, herança, legado[GenV+comp]
nota de suicídio, testamento[Dérivé]
deixar - comunicar, dar, transmitir[Domaine]
deserdar, repudiar[Ant.]
dar (v.)
dar (v.)
causar, dar, provocar[Hyper.]
grantee (en) - bolsa[Dérivé]
dar (v.)
offrir (fr)[Classe]
dar (v.)
dar (v.)
dar (v.)
rembourser, clore une transaction, un compte (fr)[Classe]
rendre (fr)[Classe]
dar, entregar[Hyper.]
restituição, retorno[Dérivé]
dar (v.)
dar (v.)
dar, entregar[Hyper.]
cessão, renúncia - concessão[Dérivé]
dar (v.)
prover[Domaine]
dar (v.)
être cause que X ait Y (fr)[Classe]
se munir de qqch (fr)[Classe]
faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[Classe...]
munir (fr)[Classe]
dar (v.)
garnir (pourvoir qqch de qqch) (fr)[Classe...]
acomodar; adaptar-se[Classe]
disposer des éléments en les combinant (fr)[Classe]
modifier favorablement un texte (fr)[Classe]
(móvel), (mobília; equipamento)[termes liés]
dar (v.)
munir (fr)[Classe...]
dar (v.)
irrigar; regar; aguar[ClasseHyper.]
dar (v.)
causar, dar, provocar[Hyper.]
dar (v.) [Portugal]
agir, executar, fazer[Hyper.]
dar (v.) [Portugal]
dar (v.) [Portugal]
dar (v.) [Portugal , Brasil]
donner une propriété nouvelle à (fr)[ClasseHyper.]
donner telle propriété (fr)[ClasseHyper.]
alterar, mudar[Hyper.]
addition, add-on, improver (en)[Dérivé]
dar (v.)
meditar, pensar, raciocínar[Hyper.]
sacrificar[Domaine]
dar (v.) [Portugal]
dar (v.) [Portugal]
comunicar, transmitir[Hyper.]
Publicidade ▼