Publicitade R▼
foder (v.)
naaien, verneuken, naar bed gaan met, bijslapen, cohabiteren, de geslachtsdaad verrichten, geslachtsgemeenschap hebben, neuken, slapen met, vrijen, aanschroeven, bedvogelen, bekennen, bibberen, bonken, bonzen, coïteren, dreutelen, emmeren, figuurzagen, flensen, fleppen, fokken, de liefde bedrijven, ketsen, kezen, kieren, knarren, nemen, pakken, palen, pezen, pompen, rammen, rampetampen, rollebollen, schroeven, seksen, slapen, soppen, vastschroeven, vogelen, vozen, beminnen, wippen, poepen, liefhebben, minnen, uitschroeven, afschroeven, penetreren,, kapotmaken, moeren, mollen, reneweren, ruïneren, stukmaken, verbouwen, verdelgen, vermassacreren, verminken, vernielen, verrinneweren, verruïneren, verwoest, verwoesten, vernietigen
Publicidade ▼
Ver também
foder (v.)
↘ coito, cópula, fornicação, relação sexual, Relação sexual humana, relaçOes sexuais, sexo, transa
foder (v.)
avoir des relations charnelles avec une femme (fr)[Classe]
dormir com; dormir (com); (des)aparafusar[ClasseHyper.]
dormir com; dormir (com); (des)aparafusar[ClasseHyper.]
foder (v.)
make fragile (en)[Hyper.]
foder (v.)
Publicidade ▼