Publicitade R▼
sexo (n.)
genus, geslacht, geslachtsdaad, sekse, vrijen, bijslaap, coïtus, copulatie, kopulatie, geslachtsgemeenschap, seks, geslachtsverkeer, sexuele betrekkingen, paringsdaad, overspel, gemeenschap, cohabitatie, liefdesdaad, lijfsgemeenschap, minnespel, neukpartij, nummertje, wip, wippertje, sexualiteit, sex, geslachtsorgaan, genitaliën, schaamdeel, geslachtsdelen, voortplantingsorganen, geslachtsapparaat, pubes, pudenda, schaamdelen, kruis, geslachtsdeel, geslachtsorganen, woordgeslacht, geslachtsleven, seksualiteit
Publicidade ▼
Sexo
Sekse
Ver também
sexo (n.)
↘ genital, genitourinário, liberdade sexual, venérea, venéreo
Publicidade ▼
sexo (n.)
excès de plaisirs sexuels (fr)[Classe]
relações sexuais; relaçOes sexuais; acoplamento; emparelhamento; conjugação[ClasseHyper.]
relações sexuais; relaçOes sexuais[ClasseHyper.]
physiology (en)[Domaine]
SexualReproduction (en)[Domaine]
sexo, sexualidade[Hyper.]
amar, comer, copular, fazer amor, foder, transar - fornicar[Nominalisation]
acasalar, copular - coital, copulatory (en)[Dérivé]
sexo (n.)
sexuality (en)[Domaine]
SexAttribute (en)[Domaine]
categoria, classe, família, grupo[Hyper.]
sex (en)[Dérivé]
sexo (n.)
sexual activity; sexual practice; sex; sex activity; sexuality (en)[ClasseHyper.]
physiology (en)[Domaine]
SexualReproduction (en)[Domaine]
sexo (n.)
sexo (n.)
propriété d'un mot (fr)[Classe]
genre des mots (masculin/féminin) (fr)[Thème]
grammar (en)[Domaine]
Word (en)[Domaine]
categoria gramatical[Hyper.]
sexo (n.)