Publicitade D▼
survenir (v.)
er aan toegaan, gebeuren, opduiken, voorvallen, zich afspelen, zich voordoen, plaatshebben, gaande zijn, schelen, zich, plaatsvinden, voorkomen, verschijnen, geschieden, intreden, optreden, overkomen, afspelen, gevallen, omgaan, passeren, plaatsgrijpen, spelen, voltrekken, gebeuren met of aan, ontstaan, aanbieden
Publicidade ▼
Ver também
survenir (v. intr.)
survenir (v.)
survenir (v. intr.) [aux. être • V • Il+V+GSNomRéel]
apparaître : devenir distinct, manifeste[Classe]
avoir lieu[ClasseHyper.]
apparaître, surgir[Hyper.]
survenir (verbe)
survenir (verbe)
avoir lieu[Classe...]
devenir un être, apparaître[Classe]
occurrence - aléa, événement fortuit[Dérivé]
survenir (verbe)
Publicidade ▼