Publicitade E▼
die Hand auf die Tasche halten (v.)
de hand op de knip houden, de hand op de portemonnaie houden, op zijn centen zitten, op zijn geld zitten
sich in die Tasche stecken (v.)
Publicidade ▼
Ver também
Tasche (n.f.)
Tasche (n.)
Tasche; Taschen; Tasche; Taschen-...; Beutel[ClasseHyper.]
Tasche (n.)
élément de l'équipement du soldat (fr)[ClasseParExt.]
sac (fr)[Classe]
contenant définissant un volume (fr)[ClasseParExt.]
Tasche[Hyper.]
in eine Tasche stecken[Dérivé]
Tasche (n.)
Container[Hyper.]
Tasche (n.)
Container[Hyper.]
einschließen[Dérivé]
Tasche (n.)
Container, Großbehälter[Hyper.]
Publicidade ▼