Publicitade R▼
afstellen
afstellen (v. trans.)
achterlaten, achterwege laten, afbellen, afgelasten, afmelden, afschrijven, afstappen van, aftreden, afzeggen, annuleren, bijstellen, cancelen, cancellen, gelijkzetten, instellen, laten schieten, laten varen, nalaten, neerleggen, ontslag nemen, opgeven, prijsgeven, schrappen, stellen, terugtreden, uittreden, verstellen
Publicidade ▼
Ver também
afstellen (v. trans.)
↘ aftredend, aftreding, demissie, demissionair, ontslag, opgaaf, opgave, uittreding
afstellen (v. tr.)
ne plus vouloir qqch (avec l'idée d'échec) (fr)[ClasseParExt.]
achterwege laten; afstappen van; afstellen; laten schieten; nalaten; prijsgeven; opgeven; laten varen; achterlaten; verlaten[ClasseHyper.]
employé à des fonctions domestiques (fr)[termes liés]
opinion (fr)[DomaineCollocation]
objectif (fr)[DomaineCollocation]
intention et dessein (fr)[DomaineCollocation]
quitter une fonction (fr)[DomaineCollocation]
démission (fr)[GenV+comp]
afstellen (v. tr.)
afstellen (v. tr.)
rendre nul (fr)[ClasseHyper.]
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,046s