Publicitade R▼
barreren (v.)
aanlopen, blokkeren, oplopen, stremmen, vastlopen, versperren, verstoppen, verstopping
Publicidade ▼
Ver também
barreren (v.)
fermer une porte (fr)[Classe]
empêcher (de faire, de se produire) (fr)[Classe]
clore un espace pour le protéger (fr)[Classe]
dichtmaken; dichtstoppen; dichten; afdichten; tamponneren[Classe]
fermer un conduit anatomique (fr)[Classe]
barre (fr)[termes liés]
opérer (chirurgie) (fr)[DomainRegistre]
belemmeren, derangeren, deren, geven, hinderen[Hyper.]
baar, dwarsbalk, dwarshout, dwarsstuk, kalf, kruisbalk, staaf, stang, traverse - audiëntie, barrage, bedijking, dalstuw, dijk, dijkage, keerdam, rechtszitting, rivierdijk, schut, sloot, waterdam, zeedijk[GenV+comp]
belemmering - verstopping - afdamming - ballast, barrière, hindernis, sta-in-de-weg, verstopping - noodoplossing, prop - obstructief, obstructie voerend - occlusive (en)[Dérivé]
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,016s