Publicitade D▼
Publicidade ▼
Ver também
bedwelming (n.f.)
↗ bedrinken, bedwelmen, beschonken, bezatten, bezopen, bezuipen, doorhalen, doorzakken, dronken, dronken maken, dronken worden, iemand naar het hoofd stijgen, in een roes brengen, ladderzat, onder invloed, pimpelen, straalbezopen, tanken, zat, zich bedrinken, zich bezatten, zich bezuipen, zuipen ≠ nuchterheid
bedwelming (v. s.)
bevreemding; verrassing; verbazing; verwondering; overrompeling[Classe]
frayeur (grande peur) (fr)[Classe]
verbijstering, verstomming[Hyper.]
aangrijpen, aanpakken, onthutsen, ontstellen, ontzetten, schokken, traumatiseren - aangrijpen, aanpakken, choqueren, diep treffen, onthutsen, ontstellen, ontzetten, schokken, shockeren, van streek brengen - aanstoot geven, schandaliseren, schandalizeren, verontwaardigen - verbaasd doen staan, verbijsteren, verbluffen[Dérivé]
bedwelming (v. s.)
beschonkenheid; dronkenschap[ClasseHyper.]
(drank; brouwsel; drinken; het drinken), (opdrinken; uitdrinken)[termes liés]
bedwelmen, dronken maken, iemand naar het hoofd stijgen, in een roes brengen[Nominalisation]
temporary state (en)[Hyper.]
beschonken, bezopen, dronken, ladderzat, onder invloed, straalbezopen, zat[Propriété~]
bedrinken, bezatten, bezuipen, doorhalen, doorzakken, dronken worden, pimpelen, tanken, zich bedrinken, zich bezatten, zich bezuipen, zuipen[Nominalisation]
bedwelmen, benevelen - bedwelmen, dronken maken - potty, tiddly, tipsy (en) - bibulous, boozy, drunken, sottish (en)[Dérivé]
nuchterheid[Ant.]
Publicidade ▼