Publicitade R▼
bemiddelen
bemiddelen (v.)
aankijken, bekijken, beoordelen, berekenen, beschouwen, bezien, contact leggen/onderhouden, een goed woordje doen, een oordeel vellen over, inschatten, intercederen, oordelen, schatten, taxeren, veroordelen, zien
bemiddelen (v. intr.)
als bemiddelaar optreden, ingrijpen, interfereren, interveniëren, interveniërend, tussenbeide komen
bemiddeld
bemiddeld (adj.)
Publicidade ▼
Ver também
bemiddelen (v. intr.)
↘ het ertussen werpen, inlas, insertie, intercalatie, interjectie, interpolatie, interventie, tussenkomst, tussenvoegsel, tussenwerpsel, tw.
bemiddelen (v.)
↘ bemiddeling, interventie, te oordelen naar, tussenkomst, voorspraak
bemiddeld (adj.)
Publicidade ▼
bemiddelen (v.)
bemiddelen (v.)
servir d'intermédiaire (fr)[Classe]
aide (fr)[DomaineCollocation]
afdingen, afpingelen, dingen, marchanderen, negotiëren, onderhandelen, pingelen, sluiten[Hyper.]
arbitrage, bedrijfscommissie, scheidsgerecht - bemiddeling, interventie, tussenkomst, voorspraak - bemiddeling, intermediair, interpositie, mediatie, middeling - arbitrage, bedrijfscommissie, bemiddeling, intermediair, interpositie, mediatie, middeling, scheidsgerecht - arbitrage - bemiddelaar, bemiddelaarster, bruggebouwer, bruggenbouwer, contactpersoon, intercedent, intermediair, intermedium, mediateur, middelaar, onderhandelaar, trait d'union, trait-d'union, tussenpersoon - arbiter, bemiddelaar, jurylid, mediateur, middelaar, onderhandelaar, scheidsrechter, trait d'union, trait-d'union - arbitrable (en) - arbitrative (en)[Dérivé]
bemiddelen (v. intr.)
agir dans une action en cours (fr)[Classe]
dispute (fr)[termes liés]
(simultaneïteit; gelijktijdigheid)[Caract.]
aide (fr)[DomaineCollocation]
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s