Definição e significado de bestormen

donner l'assaut (fr)[Classe]

doordringen, penetreren[Hyper.]

geweld - noodweer, zelfverdediging[Dérivé]

aanmerken, aanmerkingen maken op, afkeuren, becritiseren, bekritiseren, bekritizeren, beoordelen, hekelen, kritiek hewbben op, kritiek leveren op, kritiseren, recenseren, terechtwijzen[Hyper.]

attack, blast, fire, flack, flak (en) - aanrander, aanvaller, agressor, zedendelinquent - agressief[Dérivé]

belegeren; belagen; bestoken; bestormen[Classe]

aanranden, aanvallen, attaqueren, storten[Hyper.]

belegeraar[Dérivé]

aanvullen, bijladen, bijvullen, dempen, dichtgooien, navullen, opstoppen, opvullen, plempen, toegooien, volgieten, vol maken, volpompen, volschenken, vullen[Hyper.]

flooding, implosion therapy (en) - watersnood - hoosbui, inundatie, onderstroming, onderwaterzetting, overstroming, plensbui, stortbui, vloed, watersnood, watervloed, wolkbreuk - bui, hoos, hoosbui, luierbroekje, plasregen, plensbui, plensregen, regen, regenbui, regenval, stortbui, stortregen, waterhoos, watervloed, wolkbreuk, zondvloed - spervuur, stortvloed, stroom, vloed, zondvloed[Dérivé]

overvallen; attaqueren; bestoken; bestormen; aanvallen[ClasseHyper.]

aanranden, aanvallen, attaqueren, storten[Hyper.]

aanval, holdup, hold-up, invasie, overval, raid, roofoverval[Dérivé]

attaquer qqch de façon rapide et inattendue (fr)[Classe]

aanvallen, attaqueren, storten[Hyper.]

belast, belasten, bezwaren, opdragen, opgeven, opschepen[Hyper.]

spervuur, stortvloed, stroom, vloed, zondvloed[Dérivé]