Publicitade D▼
⇨ definição - Wikipedia
Publicidade ▼
bouwkunde (n.f.)
Ver também
bouwkunde (n.f.)
↘ architect, architecte, architectonisch, architekt, architekte, architektonisch, bouwkundig, bouwkundige, bouwkundig ingenieur, bouwmeester, designer, ontwerper, vormgever
Publicidade ▼
⇨ Acanthus (bouwkunde) • Atrium (bouwkunde) • Balk (bouwkunde) • Bestek (bouwkunde) • Bint (bouwkunde) • Boog (bouwkunde) • Borstwering (bouwkunde) • Console (bouwkunde) • Dag (bouwkunde) • De Pijl van de Burgerlijke Bouwkunde • De pijl van de burgerlijke bouwkunde • Drempel (bouwkunde) • Faculteitsgebouw Bouwkunde (TU Delft) • Fronton (bouwkunde) • Glossarium van de bouwkunde • Historische bouwkunde • Hoerenjong (bouwkunde) • Koekoek (bouwkunde) • Lantaarn (bouwkunde) • Levensboom (bouwkunde) • Lierne (bouwkunde) • Lijst van termen in de bouwkunde • Melkmeisje (bouwkunde) • Op vlucht (bouwkunde) • Overspanning (bouwkunde) • Pijl van de burgerlijke bouwkunde • Register (bouwkunde) • Rib (bouwkunde) • Schoor (bouwkunde) • Spant (bouwkunde) • Stempel (bouwkunde) • Stoa (bouwkunde) • Torba (bouwkunde) • Verband (bouwkunde) • Verstening (bouwkunde) • Vloedlijn (bouwkunde) • Vlucht (bouwkunde) • Waterslag (bouwkunde) • Windveer (bouwkunde) • Zuil (bouwkunde)
bouwkunde (v. s.)
beroep, professie[Hyper.]
bouwkunde (v. s.)
bouwkunde (v. s.)
Descripteurs EUROVOC (fr)[Thème]
Wikipedia
Portaal Civiele techniek en bouwkunde |
Bouwkunde omvat de wetenschappelijke kennis en techniek met betrekking tot het bouwen van alles wat voor bewoning of huisvesting van mensen en hun bedrijvigheden bedoeld is.
Het kan ook de naam zijn van een opleiding.
Direct gerelateerd hieraan (en bij sommige opleidingen binnen één collegeprogramma) is de Stedenbouwkunde.
Inhoud |
In de stedenbouwkunde komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Globaal zijn er binnen de bouwkunde een aantal richtingen aan te wijzen waarin men werkzaam kan zijn:
Volgend uit bovenstaande richtingen is het beroepenveld binnen de bouwkunde even breed: van uitvoerend timmerman tot architect of directeur, van opperman tot constructeur. Deze verschillende beroepen kennen dan ook allemaal een eigen opleidingsniveau:
In het speciaal (Ndl.) of buitengewoon (Vl.) onderwijs worden de eenvoudigste beroepen aangeleerd: handlanger, vloerder, dakwerker, e.a.
vmbo of BSO — specialisatie als vakman in verschillende richtingen, zoals elektrotechniek, mechanische techniek of bouwtechniek.
mbo of TSO — meer theoretische kennis met als gevolg een meer uiteenlopend beroepenveld, zoals CAD-tekenaar, aannemer, uitvoerder, brandweerman.
Hoger onderwijs (vervolg op ASO/TSO, mbo of havo/vwo) — Het resultaat van deze studie is de titel B BE (Bachelor of Built Environment), voorheen ing. of bouwkundige, waarmee men vaak een leidinggevende functie binnen aannemersbureaus, architectenbureaus of overheidsinstellingen gaat vervullen.
Universiteit — Het afronden van de master-studie bouwkunde aan de universiteit geeft het recht op de titel ingenieur (ir.). Wie de afstudeerdifferentiatie Architectonisch Ontwerpen kiest, mag tevens de architectentitel voeren architect (ir.-arch.). Een ir. is vaak werkzaam als leidinggevende of ontwerper bij complexe of grotere projecten. Ook kan een ir. werkzaam zijn in het wetenschappelijke onderzoek.
Bovengenoemde opleidingen zijn continu in ontwikkeling, afhankelijk van wat er door de markt gevraagd wordt. Zo zijn er bijvoorbeeld bouwkunde-opleidingen die meer gericht zijn op gebruik en gezondheid van gebouwen dan op de techniek en combinatieopleidingen Bouwkunde-Civiele techniek.
Na het technische gedeelte dat opgedaan wordt op één van bovenstaande opleidingen kan het wenselijk zijn zich verder te specialiseren. Een bijzonder traject in Nederland is MTS of havo/vwo-HTS-Academie van Bouwkunst om tot het architectenvak toe te treden. Het Academieonderwijs kent uiteraard een andere invalshoek dan het wetenschappelijk onderwijs (TU Eindhoven of TU Delft).
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s