Publicitade D▼
doorstaan
aanvoelen, beleven, doorleven, doormaken, ervaren, gevoelen, gewaarworden, ondergaan, ondervinden, ontmoeten, overleven, toedragen, trotseren, verdragen, verduren, voelen, volhouden
doorstaan (v.)
Publicidade ▼
Ver também
doorstaan (v. trans.)
↘ draaglijk, ruimdenkend, te verdragen, uit te houden, verdraaglijk, verdraagzaam
doorstaan
doorstaan
toedragen[ClasseHyper.]
doorstaan (v.)
échapper à un danger (fr)[Classe]
het er levend afbrengen[ClasseParExt.]
doorstaan (v. tr.)
être l'objet de qqch de non désiré (fr)[Classe]
résister (fr)[Classe]
éprouver une douleur physique (fr)[Classe]
verdragen; uitstaan; doormaken; doorstaan; uithouden; tolereren; dulden; bestand zijn tegen[ClasseHyper.]
permettre (autoriser) (fr)[Classe]
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s