Publicitade D▼
drinker (n.m.)
alcoholica, alcoholicus, alcoholist, alcoholiste, alcoholverslaafde, alkoholist, alkoholiste, drankorgel, drankverslaafde, drankzuchtige, drinkebroer, drinkster, dronkaard, dronkelap, dronkeman, kannekijker, kannenkijker, luierbroekje, nathals, natnek, pimpelaar, probleemdrinker, spons, zatlap (gemeenzaam), zuiper (gemeenzaam), zuiplap (gemeenzaam), zuipschuit (gemeenzaam), zuipster (gemeenzaam)
Publicidade ▼
Ver também
drinker (n.m.)
↘ alcoholprobleem, drankprobleem, drinkgewoonte ↗ alcoholisme, alkoholisme, bedrinken, beschonken, bezatten, bezopen, bezuipen, dipsomanie, doorhalen, doorzakken, dronken, dronken worden, ladderzat, onder invloed, pimpelen, straalbezopen, tanken, zat, zich bedrinken, zich bezatten, zich bezuipen, zuipen ≠ abstinent
⇨ De drinker • Edward Drinker Cope • Legend of the Holy Drinker • The Party Never Stops: Diary of a Binge Drinker
Publicidade ▼
drinker (m. s.)
personne malade (fr)[Classe...]
éthylisme (fr)[Dérivé]
éthylique (fr) - alcoolique, alcoolo (fr)[CeQuiEst~]
dronkaard[Hyper.]
beschonken, bezopen, dronken, ladderzat, onder invloed, straalbezopen, zat[CeQuiEst~]
alcoholisme, alkoholisme, dipsomanie, drankzucht - doorhalen, doorzakken, drinken, zuipen - bedrinken, bezatten, bezuipen, doorhalen, doorzakken, dronken worden, pimpelen, tanken, zich bedrinken, zich bezatten, zich bezuipen, zuipen - alcoholisch[Dérivé]
drinker (m. s.)
consument, consumente, konsument, konsumente, verbruiker[Hyper.]
afdrinken, drinken, opdrinken, opzuipen, uitdrinken, zuigenb - doorhalen, doorzakken, drinken, zuipen - aan de drank zijn, drinken, een kroegentocht houden, kroeglopen, verslaafd zijn aan alcohol - aanzuigen, absorberen, binnenkrijgen, geabsorbeerd, indrinken, inzuigen, opnemen, opslorpen, opslurpen, opzuigen, zuigen[Dérivé]
abstinent[Ant.]
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s