Publicitade E▼
ellende
benauwdheid, beproeving, catastrofe, droefenis, kwelling, last, misère, moeilijkheden, narigheid, nood, ontbering, rampspoed, treurigheid, treurnis
ellende (n.)
ellende (n.f.)
armoede, behoefte, calamiteit, cataclysme, catastrofe, conflagratie, drama, gebrek, katastrofe, kommer, kommer en kwel, last, misère, moeilijkheid, narigheid, nood, onaangenaamheden, onheil, ramp, rampspoed, rottigheid, sores, tragedie, tragiek, treurspel, wereldbrand, zorg, miserie (flamand), trammelant (informeel)
Publicidade ▼
Ver também
ellende (n.f.)
↘ catastrofaal, desastreus, droevig, ergerlijk, fataal, fatale, g^ enant, gênant, irritant, irriterend, katastrofaal, knagend, kwellend, lastig, ongelukkig, rampspoedig, rampzalig ↗ beschamen, ergeren, van zijn stuk brengen, verlegen maken, verontrusten, vervelen
ellende (n.)
ellende (v. s.)
ellende (v. s.)
ellende (v. s.)
armoedigheid; armoe; armoede[Classe]
malheur (fr)[Classe]
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,015s