Publicitade R▼
franje
franje (n.)
franje (n.f.)
bagatelle, biaisband, biaislint, boordband, boordlint, boordsel, border, futiliteit, garneersel, kleinigheid, kloosterorde, limbus, nietigheid, onbelangrijke hoeveelheid, onbelangrijkheid, oplegsel, orde, rand, sierstrook, snoeisel, strook, tierelantijn, tierelantijntjes, tierlantijntjes, volant, wissewasje, passement (vaktaal)
Publicidade ▼
Ver também
franje (n.f.)
↗ frivool, futiel, luchthartig, oppervlakkig, wuft
franje (n.)
geluid, geluidje, toon[Hyper.]
pingelen, plukken, tokkelen[Dérivé]
franje (v. s.)
kant, kantje[Hyper.]
aaneensluiten, aansluiten, grenzen, grenzen aan, omgrenzen[Dérivé]
doek, kleed, laken, materiaal, stof, stofdoek, stofvod, textiel, textielindustrie, textielnijverheid, textielvezel, weefsel - karpet, kleed, stoffering, tapijt, vloerkleed, vloertapijt - tapijt, tapisserie, wandkleed[Desc]
franje (v. s.)
overbodigheid; vergeefsheid; vruchteloosheid; zinloosheid; nutteloosheid; onbruikbaarheid[Classe]
chose insignifiante (fr)[ClasseParExt.]
affaire sans importance (fr)[Classe]
bagatel, kleinigheid, kleintje, nul, onbelangrijke dingen, snipperwerk[Hyper.]
futiel[Propriété~]
frivool, luchthartig, oppervlakkig, wuft[CeQuiEst~]
franje (v. s.)
ouvrage de passementerie (fr)[Classe]
petite corde (fr)[Classe]
tapis (fr)[DomainDescrip.]
vêtement (fr)[DomainDescrip.]
ornament, sieraad, versiering[Hyper.]
plisseren, plooien - met sierstrookjes[Dérivé]
franje (v. s.)
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s