Publicitade E▼
gapen
gapen (v.)
gapen (v.) (figuurlijk;oneigenlijk)
gapend openstaan (figuurlijk, oneigenlijk)
gapen (v. intr.)
gapen (v. trans.)
gapend (adv./adj.)
Publicidade ▼
Ver também
Publicidade ▼
gapen (n.)
opening; ontsluiting[Classe]
(smaakorgaan; smaakpapil)[termes liés]
(inademen; ademhaling; adem; respiratie), (ademhalen; opsnuiven; ademen)[termes liés]
afweerreactie, reflex, reflexbeweging[Hyper.]
gapen, geeuwen[Nominalisation]
drowsy, oscitant, yawning (en)[Dérivé]
gapen (v.) [figuurlijk , oneigenlijk]
openstaan; geopend zijn[Classe]
gapen (v.)
gapen (v. intr.)
ademhalen; opsnuiven; ademen[Classe]
(slaperigheid; slaap)[termes liés]
involontaire (fr)[Caract.]
faire qqch avec la bouche (fr)[DomaineCollocation]
gapen (v. tr.)
être étonné (fr)[Classe]
regarder (fr)[Classe...]
gapend (adj.)
open, opened (en)[Similaire]
gapend (adj. et adv.)
geopend; open[Classe]
(veel)[Caract.]
qualificatif d'un trou (fr)[DomaineDescription]
bouche (fr)[DomaineDescription]
open, opened (en)[Similaire]
Wikipedia - ver também
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s