Publicitade E▼
kroezen (v. trans.)
Publicidade ▼
Ver também
kroezen (v.)
↗ haarlok, haarstreng, haarvlecht, krul, tres, vlecht
kroezen (v. intr.)
↗ haarlok, haarstreng, haarvlecht, krul, tres, vlecht
Publicidade ▼
kroezen (v.)
verrekken[Hyper.]
haarlok, haarstreng, haarvlecht, krul, tres, vlecht[GenV+comp]
friseerijzer, friseertang, haarkruller, haarroller, krulijzer, kruller, krulpen, krulspeld, krultang, ondulatietang, papillot, roller - haarkrul, haarlok, krinkel, kroesziekte, krul, krulziekte, lok, pijpekrul, pijpenkrul - wave (en)[Dérivé]
kroezen (v. intr.)
couvrir de plis (fr)[Classe]
mettre des cheveux en boucles fines (fr)[Classe]
devenir couvert de plis (fr)[Classe]
être ou devenir frisé (fr)[Classe]
kroezen (v. tr.)
mettre des cheveux en boucles fines (fr)[Classe]
gonfler (fr)[termes liés]
gekroesd (adj.)
frisé (cheveux) (fr)[Classe]
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s