Publicitade D▼
hartelijk
amicaal, innig, joviaal, oprecht, smakelijk, voorkomend, vriendelijk, vriendschappelijk, vrolijk, warm, welgemeend, welwillend
hartelijk (adv.)
aimabel, beleefd, beminnelijk, hartig, lieftallig, met hoffelijkheid, vriendelijk, warm
Publicidade ▼
Ver também
hartelijk (adv./adj.)
↘ hartelijkheid, hartigheid, warmhartigheid ↗ fideliteit, gezellig, opgeruimdheid, opgewektheid, speelsheid
hartelijk (adv.)
↘ innig, warm, warmhartig ↗ aimabel, bevallig, fatsoenlijk, gepast, geschikt, goedgunstig, lieftallig, vriendelijk, welvoeglijk
hartelijk (adj.)
↘ gloeiend, heet, ijverig, vurig, warmbloedig
Publicidade ▼
hartelijk (adj.)
hospitable (en)[Similaire]
hartelijk (adj.)
hartelijk (adj.)
bevriend, vriendelijk[Similaire]
hartelijk (adj.)
innig, warm, warmhartig[Similaire]
hartelijk (adj.)
oprecht[Similaire]
hartelijk (adj. et adv.)
qui veut du bien à autrui (fr)[Classe]
amical (fr)[Classe]
sincère (personne) (fr)[Classe]
blijmoedig; jolig; vreugdevol; blij[Classe]
agréable (fr)[ClasseParExt.]
(eetkamer; overblijflokaal)[termes liés]
fideliteit, opgeruimdheid, opgewektheid, speelsheid[Rel.Cont.]
gezellig[Similaire]
hartelijk (adj. et adv.)
hartelijk (adv.)
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,063s