Publicitade D▼
kantoorbediende (n.)
arbeider, beambte, bediende, employé, griffier, inktkoelie, kantoorklerk, kantoorknecht, kantoorpik, klerk, loontrekker, pennelikker, tewerkgestelde, verkoopster, verkoper, werknemer, winkelbediende, winkeljuffrouw
Publicidade ▼
Ver também
kantoorbediende (n.)
kantoorbediende (s.)
winkelbediende[ClasseParExt.]
verkoper, vertegenwoordiger, vertegenwoordigster, winkelbediende[Hyper.]
omzetten, slijten, verkopen[PersonneQui~]
griffierschap[Dérivé]
Verenigd Koninkrijk[Domaine]
kantoorbediende (s.)
kantoorbediende (s.)
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,062s