Publicitade E▼
kwestie
aangelegenheid, affaire, geschilpunt, probleem, punt, ruzie, strijdvraag, twistpunt, vraagstuk, woorden, zaak
kwestie (n.)
kwestie (n.f.)
aangelegenheid, affaire, bonje, controverse, discussie, disharmonie, dispuut, gedachtenwisseling, gegeven, heibel, herrie, issue, item, kif, kift, materie, moeilijkheid, mot, onaangenaamheden, onaangenaamheid, onderwerp, onenigheid, onmin, onvrede, pennestrijd, polemiek, probleem, probleemgeval, punt, redekaveling, ruzie, snijdiamant, stof, stront, thema, topic, trammelant, troubles, twist, vraag, vraagstuk, woorden, woordenstrijd, woordentwist, woordenwisseling, zaak
Publicidade ▼
Ver também
kwestie (n.f.)
↘ debat, ding-dong, dispuut, gebeier, meerkeuzevraag, ruzie, volksvergadering ↗ aanvallen, bestrijden, betwisten, elkaar in de haren vliegen, ingaan, redetwisten, ruzie maken, ruziën, strijden, twisten
⇨ Armeense kwestie • Cis-Jordaanse kwestie • Koerdische kwestie • Palestijnse kwestie • een kwestie van zienswijze • in kwestie • kwestie van zienswijze • naast de kwestie zijn
⇨ Backpay-kwestie • De sociale kwestie • Een kwestie van Latijn • Een kwestie van Tai-Ming • Een kwestie van instelling • Een kwestie van verf • Een kwestie van vingerafdrukken • Grote Oosterse Kwestie • Homerische kwestie • Kwestie-Tibet • Luxemburgse kwestie • Macedonische Kwestie • Sleeswijk-Holsteinse kwestie • Sociale kwestie • Tibetaanse kwestie
Publicidade ▼
kwestie (n.)
inquiring, questioning (en)[Hyper.]
iemands achtergrond nagaan, informeren, informeren naar, infromeren, inlichtingen inwinnen, inwinnen, navraag doen, navragen, vragen, vragen naar, vragen om - betwisten, vragen - een vraag stellen, interrogeren, ondervragen - interviewen, ondervragen[Dérivé]
antwoord[Ant.]
kwestie (v. s.)
kwestie (v. s.)
kwestie (v. s.)
inhoud[Hyper.]
belangrijk zijn, er iets toe doen, ertoe doen, er toe doen, er wel toe doen, gelden, iets kunnen schelen, iets uitmaken, meespelen, meespreken, relevant zijn, schelen, spelen, tellen, ter zake doen, uitmaken, van belang zijn, van betekenis zijn, verrekken, verrotten, wel kunnen schelen, wel uitmaken - topical (en)[Dérivé]
kwestie (v. s.)
cause, source de désaccord (fr)[ClasseHyper.]
ensemble (réunion d'éléments) (fr)[Classe...]
contestation donnant lieu à procès (fr)[ClasseHyper.]
argue, contend, debate, fence (en) - betwisten, de degens kruisen, redetwisten, ruzie hebben - uitdagen, wraken - aanvechten, argumenteren, bediscussiëren, bediskussiëren, bestrijden, betwisten, discussiëren, discussiëren over, discuteren, discuteren over, diskussiëren, diskussiëren over, diskuteren, diskuteren over, disputeren, disputeren over, doorpraten, tegenspreken - controversia ael, omstreden - contentious (en) - combative, contentious, disputatious, disputative, litigious (en)[Dérivé]
kwestie (v. s.)
dispute (fr)[Classe]
kwestie (v. s.)
dispute (fr)[Classe]
kwestie (v. s.)
sujet (ce dont il s'agit) (fr)[Classe]
vraagstuk; probleem[Classe]
(hachelijk; moeilijk; zwaar; lastig; bezwaarlijk), (moeilijkheid; moeite; moeilijkheden)[termes liés]
(sluitrede)[termes liés]
roman (fr)[DomainDescrip.]
partie d'une œuvre littéraire (fr)[DomainDescrip.]
[ en fait de ] (fr) - [ en matière de ] (fr)[Syntagme]
kwestie (v. s.)
kwestie (v. s.)
kwestie (v. s.)
bespreking, gesprek[Hyper.]
bespreken, debatteren, debatteren over, uitpraten - argumenteren, beredeneren, betogen, een betoog houden, pleiten, rationaliseren, redetwisten - aanduiden, aangeven, aanwijzen, beredeneren, betogen, indiceren, pleiten, rationaliseren, tonen - argue, contend, debate, fence (en) - beraadslagen, bomen, discussiëren, discuteren, disputeren, overleggen, parlementeren, redekavelen, redetwisten, twisten, verstaan, zich beraden[Dérivé]
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s