Publicitade R▼
kwetsen (v.)
beledigen, bezeren, blesseren, grieven, krenken, kwellen, liggen hebben, mankeren, pijn aandoen, pijn doen, pijnigen, schelen, steken, verwonden
kwetsen (v. trans.)
affronteren, afknijpen, bedroeven, beledigen, bezeren, blesseren, froisseren, geselen, grieven, insulteren, krenken, kwellen, martelen, misdoen, misdrijven, pesten, pijn doen, pijnigen, plagen, smaden, steken, teisteren, tormenteren, verdriet doen, verdrieten, verwonden
Publicidade ▼
Ver também
kwetsen (v. trans.)
↘ beangstigend, beledigd, beledigend, geblesseerd, gekrenkt, gekwetst, geraakt, getroffen, gewond, hatelijk, kattig, krenkend, kwetsend, verwond ↗ bedroefd, blessure, bron van verdriet, diepbedroefd, droef, droevig, leed, letsel, lijden, met een gebroken hart, naargeestig, nood, pijn, smart, treurig, triest, verdrietig, verwonding, wond
kwetsen (v.)
kwetsen (v.)
faire souffrir (fr)[Classe]
kwetsen (v.)
kwetsen (v. tr.)
verdrieten; bedroeven; smarten; treurig maken[Classe]
affliger (fr)[Classe]
faire souffrir (fr)[Classe]
inquiéter (fr)[Classe]
beschamen, van zijn stuk brengen, verlegen maken, verontrusten[Hyper.]
bedroefd, diepbedroefd, droef, droevig, met een gebroken hart, naargeestig, treurig, triest, verdrietig[Rendre+Attrib.]
chagrijn, sacherijn - pain, painfulness (en) - agonie, doodsangst, doodsstrijd, doodstrijd, lijden, pijniging - kwelling, torment, tortuur - kwaad, leed, lijden, pijn, zeer - leed[Dérivé]
afzien, lijden[Cause]
kwetsen (v. tr.)
blesseren; kwetsen; verwonden[ClasseHyper.]
blessure, letsel, verwonding, wond[GenV+comp]
kwetsen (v. tr.)
offenser qqn (fr)[Classe]
kwetsen (v. tr.)
kwetsen (v. tr.)
mettre qqn en colère (fr)[Classe]
verdrieten; bedroeven; smarten; treurig maken[Classe]
offenser qqn (fr)[Classe]
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s