Publicitade R▼
laten
achterlaten, loslaten, maken, nalaten, opbergen, overlaten, prijsgeven, schijnen, stoppen, toestaan, veroorloven, veroorzaken, wegbergen
laten (v.)
achterlaten, doorlaten, droppen, dulden, laten vallen, legateren, legeren, maken, met rust laten, nalaten, produceren, scheppen, toelaten, toestaan, tolereren, verbranden, vermaken, vervaardigen
laten (v. trans.)
achterlaten, approberen, archiveren, autoriseren, autorizeren, bedenken met, bergen, de bevoegdheid geven, doen, doorschuiven, ertoe, fiatteren, goedkeuren, hamsteren, ingaan op, inleveren, in reserve houden, inslaan, instuwen, loslaten, nalaten, opbergen, opslaan, overgeven, overlaten, overlaten aan, permitteren, royeren, schuwen, sparen, stockeren, stouwen, toestaan, vergunnen, veroorloven, verzamelen, vieren, wegbergen, weghangen, wegleggen, wegzetten
Publicidade ▼
Ver também
laten (v.)
↗ erfenis, legaat, vermaking ≠ afwenden, beletten, letten, onterven, tegenhouden, verhoeden, verletten, verloochenen, vermijden, voorkomen
laten (v. trans.)
↘ aanvoer, pas, paspoort, proviandering, verlofbrief ≠ afkeuren, afstemmen, beethebben, beethouden, bemachtigen, droogleggen, innemen, niet toelaten, overmeesteren, te pakken krijgen, van de hand slaan, van de hand wijzen, vasthouden, verbieden, veteren, zich in het bezit stellen van
⇨ (laten) aanvallen • (laten) bengelen • (laten) draaien • (laten) lopen • (laten) ontsnappen • (laten) ontsnappen, uitvloeien • (laten) rennen • (laten) verdampen • (laten) verhongeren • (laten) vervagen • (laten) wegsterven • (laten) wegsterven, (laten) vervagen • laten aantekenen • laten aantreden • laten afgaan • laten begaan • laten beginnen • laten betijen • laten doorgaan voor • laten doorschemeren • laten duizelen • laten gaan • laten glijden • laten groeien • laten horen • laten komen • laten meehelpen • laten nablijven • laten neerhangen • laten of doen groeien • laten ontdooien • laten opdraaien voor • laten oplopen • laten opnemen • laten passeren • laten posten • laten rijden • laten rusten als op een kussen • laten rusten de zaak • laten schieten • laten schrikken • laten staan • laten struikelen • laten uitlekken • laten uitstappen • laten vallen • laten varen • laten verhongeren • laten verschijnen in afleveringen • laten voorbijgaan • laten voorgaan • laten weglopen • laten wegvallen • laten wegvloeien • laten weten • laten zakken • laten zien • laten zien wat ge kunt • laten zien wat men kan • laten zitten • zich laten gaan
Publicidade ▼
laten (v.)
laten (v.)
achterlaten; legateren; nalaten; vermaken; legeren[ClasseHyper.]
laten (v.)
laten (v.)
abstineren, onthouden[Hyper.]
leave (en)[Domaine]
laten (v.)
geven[Hyper.]
admit, allow (en)[Domaine]
laten (v.)
laten (v.)
laten (v. tr.)
laten, loslaten, vieren[Hyper.]
laten (v. tr.)
libérer (fr)[Classe]
laten (v. tr.)
permettre (autoriser) (fr)[Classe]
(wachtwoord; consigne; herkenningswoord; parool; password; schibbolet; sjibbolet; kreet)[Thème]
aanvaarden, accepteren, instemmen, nemen, toestemmen - doorlaten, dulden, laten, toelaten, toestaan, tolereren[Hyper.]
admissie, consent, dwanglicentie, groen licht, het groene licht, inwilliging, licentie, pas, pasje, permissie, toelating, toestemming, vergunning, verlof - licentie, pas, pasje, vergunning, vrijbrief - aantekening - admissible, allowable, permissible (en) - allowable (en) - permissief[Dérivé]
allow, grant (en)[Domaine]
laten (v. tr.)
laten (v. tr.)
classer (fr)[Classe...]
archives (fr)[termes liés]
collect, pull in (en)[Hyper.]
archiefwezen[Dérivé]
laten (v. tr.)
laten; achterlaten; overlaten aan; bedenken met[ClasseHyper.]
laten (v. tr.)
laten; doen[ClasseHyper.]
laten (v. tr.)
purifier l'organisme (fr)[Classe]
(darm; grom; visgrom; vissersgaren; darmkanaal; snaar)[termes liés]
relegatie - discharge, emission, expelling (en) - release (en)[Dérivé]
laten (v. tr.)
laten (v. tr.)
laten (v. tr.)
laten (v. tr.)
bufferen; stockeren; opslaan; in voorraad nemen[ClasseHyper.]
Wikipedia - ver também
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s