Publicitade D▼
⇨ definição - Wikipedia
Publicidade ▼
moed
durf, flinkheid, hart, kracht, lef, onverschrokkenheid, sterkte, vermetelheid
moed (n.f.)
moed (n.m.)
courage, dapperheid, durf, flinkheid, geestkracht, grit, guts, koenheid, lef, onversaagdheid, split, strooizand, zand, zandgrond, zandkorrel, zandvlakte
Ver também
moed (n.f.)
↗ onbevreesd, onversaagd, onverschrokken, onvervaard ≠ angst, angstgevoel, bangheid, beklemming, benauwdheid, ontsteltenis, schrik, vrees
Publicidade ▼
⇨ al zijn moed verzamelen • de moed hebben • de moed laten zakken • de moed opgeven • de moed verliezen • moed geven • moed inspreken • moed scheppen • moed vatten • moed verzamelen • zich moed inspreken
⇨ David Moëd • Kruis voor Moed en Trouw • Medaille van de Strijdkrachten voor Opvallende Moed en Zelfopoffering • Medaille voor Moed en Trouw • Medaille voor Moed en Trouw Guinea 1869/1870 • Orde van Moed en Vertrouwen • Orde van Trouw en Moed (China) • Orde voor Militaire Moed • Orde voor Persoonlijke Moed • Vereniging Fonds Ridderdagen onder de zinspreuk Moed, Beleid en Trouw • Vereniging onder de zinspreuk Moed, Beleid en Trouw • Zilveren medaille voor moed en trouw
moed (m. s.)
moed (m. s.)
force de caractère (fr)[Classe]
moed (v. s.)
impudence (fr)[Classe]
grossièreté (fr)[Classe]
Wikipedia
Moed is de bereidheid de confrontatie met lichamelijke pijn, tegenslag en levensbedreiging, onzekerheid, angst en intimidatie aan te gaan en te doorstaan. Het is een van de vier kardinale deugden, een psychologisch kenmerk en een karaktertrek. Soms wordt er onderscheid gemaakt tussen lichamelijke moed en morele moed.
De bereidheid tot levensbedreigende actie wordt ook wel doodsverachting genoemd.
Moed is het tegendeel van lafheid, maar ook van luiheid of zwakheid. Aan het andere uiterste van moed ligt roekeloosheid, stoutmoedigheid zonder bezonnenheid, zonder rekening te houden met het lot of het toeval, zonder nederigheid tegenover zichzelf en barmhartigheid tegenover anderen.
Moed als deugd veronderstelt een vorm van belangeloosheid, altruïsme of edelmoedigheid. Moed is een deugd wanneer hij in dienst staat van een persoon of van een algemene of edelmoedige zaak.
Moed is nodig waar kennis, wijsheid en geloof ontoereikend zijn geworden. Het is de kennis van de dingen die te vrezen zijn, voorbij de kennis, en van de dingen die het niet zijn (zie o.a. Plato).
Moed heeft betrekking op de angst en dreiging in de toekomst, maar bestaat vooral in het heden, het meest nabije raakpunt met de naaste toekomst, stante pede. De wil om in de toekomst moedig te zijn of in het verleden moedig te zijn geweest is veeleer denkbeeldig en laf.
Moed is individueel en persoonlijk. Het is geen geweten maar een besluit, geen mening maar een daad. Moed wordt soms een zaak van wils- of geestkracht genoemd, streven blij te zijn en wel te doen tegenover de hindernissen, die talloos zijn (zie o.a. Spinoza).
Wie vecht met de moed der wanhoop, doet dat uit woede of haat, omdat het moet, omdat het tegenovergestelde lafheid zou zijn, omwille van de schoonheid en het ethische.
Over het algemeen kan men stellen: 'Moed doet goed'.
Bron
|
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s