Publicitade E▼
omvatten
begrijpen, behelzen, besluiten, bevatten, inhouden, omhelzen, omklemmen, omsluiten, omstrengelen, omvangen
omvatten (v.)
als inhoud hebben, behelzen, beslaan, bestaan, bestaan uit, bevatten, gelijkstaan, inhouden, inkapselen, insluiten, omgeven, omgrenzen, omhullen, omlijnen, omringen, omsluieren, omsluiten, omwikkelen, opnemen, rondcirkelen, samenbinden
omvatten (v. trans.)
aandrukken, aanduiden, aankondigen, bedoelen, beduiden, behelzen, betekenen, dichtknijpen, inhouden, inklemmen, intenderen, klemmen, knellen, omklemmen, omsluiten, omspannen, omstrengelen, toeknijpen, vastdrukken, vastgrijpen, vasthouden, verstaan, zeggen
Publicidade ▼
Ver também
omvatten (v.)
↘ absorbeerbaar, absorptie, container, draai, draaibeweging, inzuiging, laadkist, omkleding, omwikkeling, omwindsel, opneming, opslorping, opslurping, opzuiging, overtrek, wikkel ↗ cirkel, kring, ring
omvatten (v. trans.)
↘ vernauwing ≠ loshaken
omvatten
bevatten, brengen, hebben, met, voeren[Domaine]
exclude (en)[Ant.]
omvatten (n.)
(vuistslag; stomp)[Thème]
(kracht)[Caract.]
omvatten (v.)
omvatten (v.)
omvatten (v.)
omgrenzen; omringen; insluiten; omsluiten; omgeven; omlijnen[ClasseHyper.]
omgrenzen; omringen; insluiten; omsluiten; omgeven; omlijnen[ClasseHyper.]
bande (fr)[DomaineCollocation]
vormen, vormgeven[Hyper.]
cirkel, kring, ring[GenV+comp]
blokkade, insluiting, omsingeling, versperring - kring[Dérivé]
omvatten (v.)
envelopper (fr)[Classe]
omvatten (v.)
aangorden, ringen[Hyper.]
ring, ringetje[Dérivé]
omvatten (v.)
als inhoud hebben; behelzen; bevatten; inhouden; omvatten[Classe]
insereren; invoegen[Classe]
assembler des matériaux (fr)[Classe...]
vermengen[Hyper.]
omvatten (v. tr.)
omvatten (v. tr.)
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s