Publicitade E▼
ophangen
ophangen (v.)
aanhechten, beleggen, bevestigen, de tijd doden, de tijd doorbrengen, de tijd verdrijven, doorbrengen, flaneren, hangen, neerhangen, opzetten, passeren, slenteren, slingeren, uithangen, vangen, vasthechten, vastleggen, vastmaken, vastzetten, verbinden, verdoen, vestigen, weghangen, werpen, zetten
ophangen (v. trans.)
aan elkaar haken, aanhaken, aanhangen, aankoppelen, afbreken, blokkeren, haken, haken aan, hangen, neerhangen, ondersneeuwen, ophangen aan, opknopen, opspelden, pennen, spelden, stranden, vasthaken, vastkoppelen, vastlopen, vastpinnen, vastprikken, vastraken, vastspelden, vastzitten
Publicidade ▼
Ver também
ophangen (v.)
↘ lus, ophanging, weer vastbinden, weer vastmaken ↗ onbeweeglijk ≠ losmaken
⇨ (de hoorn) neerleggen, ophangen • met wasknijpers ophangen • nat ophangen • ophangen aan • zich ophangen
Publicidade ▼
ophangen (v.)
slingeren; smijten; hangen[ClasseHyper.]
action de jeter (fr)[Classe]
gooien, i, inkwakken, smijten, toegooien, toewerpen, werpen[Hyper.]
throw (en)[Nominalisation]
slinging (en) - katapult - slinger (en)[Dérivé]
ophangen (v.)
helpen, veranderen[Hyper.]
ophangen (v.)
ophangen (v.)
ophangen (v.)
ophangen (v.)
platleggen; stilleggen[Classe]
assembler des choses (fr)[Classe]
rendre solidaire qqch avec une autre chose (fr)[ClasseHyper.]
aanhangen, aankoppelen, bevestigen, hechten, knopen, vasthechten, vastmaken[Hyper.]
onbeweeglijk[Rendre+Attrib.]
attachment, fastening (en) - bevestigingsmiddel, clip, lijsteklem, lijstenklem, plechtanker, schroefklem, sluiting, spanner, videoclip - competitiedag, iets vasts - kleurechtheid - fastener (en)[Dérivé]
vastraken[Cause]
losmaken[Ant.]
ophangen (v. intr.)
ophangen (v. tr.)
ophangen (v. tr.)
s'enfoncer dans de la boue ou un élément boueux (fr)[Classe]
(zand), (woestijnwind), (zandig)[termes liés]
ophangen (v. tr.)
fixer qqch par le haut tel que le reste pende (fr)[Classe]
terugleggen; terugzetten[Classe]
refaire qqch de semblable et antérieur (fr)[Classe]
téléphone (fr)[DomaineCollocation]
afbreken, afsnijden[Hyper.]
ophangen (v. tr.)
rendre soumis (personne) (fr)[Classe]
ophangen (v. tr.)
aanhaken; ophangen; aankoppelen; aanhangen[ClasseHyper.]
ophangen (v. tr.)
ophangen (v. tr.)
V+à+comp (fr)[Syntagme]
ophangen (v. tr.)
rendre fixe, immobile (fr)[Classe...]
clouer (fr)[Classe...]
(speld)[termes liés]
coudre (opérations diverses) (fr)[DomaineCollocation]
speld[GenV+comp]
ophangen (v. tr.)
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s