Publicitade R▼
oppoetsen
bijschaven, bijwerken, boenen, opwrijven, poetsen, polijsten, politoeren, verfijnen, wrijven
oppoetsen (v.)
bijschaven, boenen, gladslijpen, raffineren, schaven, uitboenen, verfijnen
oppoetsen (v. trans.)
afpoetsen, afwrijven, gladslijpen, glanzen, likken, opboenen, opfrissen, opknappen, optakelen, opwrijven, polijsten, politoeren, schoonpoetsen, toiletmaken, uitwrijven, verfrissen, verkwikken
Publicidade ▼
oppoetsen (v.)
fabriquer, améliorer un travail (fr)[Classe]
mettre tout son soin à (fr)[Classe]
excessif et trop (fr)[Caract.]
(kunstwerk; werkstuk; oeuvre; opus)[termes liés]
oppoetsen (v. tr.)
faire briller (fr)[Classe]
zuiveren; opdoen; reinigen; schoonmaken[Classe]
vernissen; glaceren[Classe]
travailler le textile (fr)[DomaineCollocation]
entretenir les chaussures (fr)[DomainRegistre]
lustre (fr)[GenV+comp]
oppoetsen (v. tr.)
opblinken, poetsen, polieren[Hyper.]
oppoetsen (v. tr.)
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s