Publicitade E▼
overrijden (v. trans.)
doorsluizen, neerslaan, neervellen, omlopen, omrijden, omverlopen, omverrennen, omverrijden, omverrukken, overbrengen, overdragen, overhooplopen, overhooprijden, overrrijden, pmverrijden, vloeren
overreden (v. trans.)
bepraten, flemen, inpraten, lospraten, ompraten, omverpraten, overhalen, overhalen tot, overreden tot, overtuigen, praten, voor zich winnen
Publicidade ▼
Ver também
overrijden (v. trans.)
overreden (v. trans.)
↘ krachtig, overtuigend, steekhoudend ↗ overtuiging ≠ afpraten, praten
Publicidade ▼
overrijden (v. tr.)
ten val brengen; doen vallen[Classe]
slaan[Hyper.]
knockdown - grond, vloer - aardoppervlak, aardoppervlakte[Dérivé]
overrijden (v. tr.)
blesseren, kwetsen, verwonden[Hyper.]
overrijden (v. tr.)
overbrengen[ClasseHyper.]
diffuser une émission (fr)[Classe]
mededelen; meedelen[ClasseParExt.]
kommuniceren; communiceren[ClasseParExt.]
bewegen, verhangen, verleggen, verplaatsen, verroeren, verschuiven, verzetten[Hyper.]
transmission, transmittal, transmitting (en) - containeroverslag, giro-overschrijving, omvorming, omzetting, overboeking, overhandiging, overschrijving, storting, transfer, transformatie, transpositie - transport, transportatie, vervoer - navigatie, scheepvaart, scheepvaartverkeer, transport, vaart, vervoer, vervrachting - kanalisatie - clipper, reisgelegenheid, transportmiddel, transporttoestel, transportvliegtuig, transportwezen, verkeersmiddel, vervoer, vervoermiddel - kanaal - kanaal, net, zender - net - afzender, zender - transferer, transferrer (en)[Dérivé]
overreden (v. tr.)
overreden (v. tr.)
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,032s