Publicitade D▼
prikkelen
aanmoedigen, aanzetten, irriteren, motiveren, ontstemmen, opwekken, opwinden, prikken, steken, stimuleren, tintelen
prikkelen (v. trans.)
aanwakkeren, activeren, bovenhalen, ergeren, evoceren, evoqueren, iemand irriteren, ontlokken, opgeilen, oproepen, oproeping, op stang jagen, opvrijen, opwekken, opwinden, prikkelend, prikken, steken, tarten, tergen, tintelen, tot het uiterste drijven, wekken
Publicidade ▼
Ver também
prikkelen (v.)
prikkelen (v.)
prikkelen (v. tr.)
agacer (fr)[Classe]
provoquer quelqu'un (fr)[Classe]
prikkelen (v. tr.)
irriter (rendre douloureux) (fr)[Classe]
donner la sensation de piquer (fr)[Classe]
(vel; huid; pel; schil; schilletje; vanghut)[termes liés]
prikkelen (v. tr.)
bijten, priemen, prikken, steken[Hyper.]
prickling, tingle, tingling (en)[Dérivé]
prikkelen (v. tr.)
prikkelen (v. tr.)
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,062s