Publicitade E▼
razen
briesen, bulderen, fulmineren, gieren, opstuiven, raaskallen, schelden, schreeuwen, tekeergaan, tieren, woeden, zoeven
razen (v.)
donderen, kleppen, klepperen, rammelen, rauzen, schreeuwen, tekeergaan, tempeesten, tieren
razen (v. intr.)
afstuiven, bazelen, beuzelen, briesen, brullen, bulderen, dazen, denonceren, doorblazen, doorsnellen, doorvliegen, fantaseren, fulmineren, ijlen, jakkeren, kletsen, koersen, kwebbelen, leuteren, loeien, lullen, medelijden hebben met, o.h.-en, ohaën, opspelen, ouwehoeren, overbrieven, raaskallen, racen, reppen, schateren, schaterlachen, snellen, spoeden, stormen, storten, stuiven, tempeesten, tieren, uit de hand lopen, uithalen, uitpakken, uitschieten, uitvallen, uitvaren, uitvliegen, verklikken, vliegen, voorbij flitsen, wauwelen, woeden, zoeven, zwammen, zwetsen
Publicidade ▼
Ver também
razen (v. intr.)
↘ gebabbel, irriterend, kinderpraat, kwebbel ↗ woede ≠ beiden, de tijd nemen, dralen, dreutelen, lijmen, lijntrekken, neutelen, talmen, teuten, treuzelen, tutten
razen (v.)
↘ gil, schreeuwerig, yell
razen (v.)
tekeergaan; schreeuwen; roepen; gillen; tieren; uitgillen; uitschreeuwen; uitvallen tegen[Classe]
parler avec colère (fr)[Classe]
uitdrukken, uiten, uiting[Hyper.]
vociferator (en)[Dérivé]
razen (v.)
razen (v.)
razen (v.)
produire un son vibré (fr)[Classe]
razen (v. intr.)
roepen, schreeuwen[Hyper.]
geblèr, gebrul, geloei - geraas, gerommel, kabaal - schreeuwer[Dérivé]
razen (v. intr.)
souffler (vent) (fr)[DomainRegistre]
razen (v. intr.)
menacer (fr)[Classe]
parler avec colère (fr)[Classe]
razen (v. intr.)
razen (v. intr.)
razen (v. intr.)
parler beaucoup (avec qqn) (fr)[Classe]
kletsen, praten, reppen, spreken, uitspreken[Hyper.]
onzin - gebakken lucht - gebrabbel, gekwebbel, gesnater - domheid, dommigheid, dwaasheid, flauwheid, flauwigheid, kolder, kwatsch, onzin, quatsch, stomheid, stommigheid, stommiteit - babbel, babbeltje, bakerpraatje, kletscollege, kletspraat, kletspraatje, praatje, roddelpraat - afkletsen, gekakel, gekwebbel, gekwetter, gesnater - gebabbel, kinderpraat - keuvelaar - aanbrenger, aangever, klikker, klikspaan, sycofant, verklikker, verlinker - prattler (en) - stamelaar, stamelaarster[Dérivé]
razen (v. intr.)
opsteken[Hyper.]
noodweer, zelfverdediging[Dérivé]
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s