Publicitade D▼
rouwen
rouwen (v.)
rouwen (v. intr.)
beklagen, betreuren, bewenen, jammeren, lamenteren, reclameren, treuren, treuren over, weeklagen, zeiken (gemeenzaam)
Publicidade ▼
Ver também
rouwen (v. intr.)
⇨ rouwen om • rouwen over
Publicidade ▼
rouwen (v.)
rouwen (v. intr.)
rouwen (v. intr.)
avoir des regrets (fr)[Classe]
se plaindre (fr)[Classe]
rouwen (v. intr.)
celebreren, vieren[Hyper.]
klaagvrouw, treurende[Dérivé]
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s