Publicitade R▼
sloffen
sloffen (v. intr.)
afsukkelen, moeizaam vooruitkomen, schuifelen, sjokken, sukkelen, voortsjokken, zich voortslepen
Publicidade ▼
sloffen (v. intr.)
se déplacer sur terre (fr)[Classe]
(hachelijk; moeilijk; zwaar; lastig; bezwaarlijk), (moeilijkheid; moeite; moeilijkheden)[Caract.]
gaan, lopen, treden, wandelen[Hyper.]
trektocht - plod, plodding (en) - pad (en) - betoger, demonstrant, fuselier, heihaas, infanterist, landsknecht, lansknecht, manifestant, piekenier, piot, voetknecht, zandhaas, zandstuiver - conservatieveling, lijs, lijzebet, slak, slome, sloompie - ploeteraar, sappelaar, sjouwer, werkezel, werkpaard, zwoeger - stamper, stomper, tramper, trampler (en) - plodder, slogger, trudger (en)[Dérivé]
sloffen (v. intr.)
gaan, lopen, treden, wandelen[Hyper.]
Wikipedia - ver também
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s