Publicitade D▼
⇨ definição - Wikipedia
Publicidade ▼
snijden
castreren, inkorten, knippen, kruisen, lubben, maaien, raspen, scheuren, striemen, stuksnijden, uitsnijden
snijden (v.)
aanspitsen, afschaven, afslijpen, afsnijden, beeldsnijden, couperen, doorknippen, doorsnijden, doorsteken, guillotineren, hakken, houwen, inkerven, inkrassen, insnijden, kerven, knippen, kortwieken, krassen, millimeteren, onthoofden, openscheuren, opensnijden, splijten, splitsen, trimmen, uithakken, uithouwen, wegblijven van, zeer kort knippen
snijden (v. trans.)
aderlaten, afjatten, afnemen, afpakken, afpikken, afzetten, afzetter, beeldsnijden, benemen, bestelen, bezwendelen, branden, castreren, doodsteken, doorbijten, doorsteken, elkaar snijden, flessen, hakken, houwen, invoegen, inzagen, kaalplukken, kastreren, kerven, knippen, kruisen, lubben, neersteken, ontmannen, ontmoeten, ontnemen, ontroven, ontstelen, onzijdig, overvragen, pluimen, plukken, scheren, steken, stuksnijden, tillen, toesteken, trancheren, uithakken, uithouwen, uitkleden, uitsnijden, uitsteken, uitwerken, versnijden, voorsnijden, vouwen, wegsnijden, overhoopsteken (gemeenzaam)
snijdend (adj.)
bar, bevroren, bijtend, doordringend, fel, guur, ijskoud, ijzig, ijzig kalm, indringend, koud, kpoud, onguur, penetrant, steenkoud, streng, venijnig
snijdend (adv.)
Ver também
snijden (v. trans.)
↘ castraat, castraatzanger, castratie, coupeur, coupeuse, diepe snee, eunuch, gesnedene, hakker, hakmes, haremwachter, hefschroefvliegtuig, helikopter, houw, kamerling, kapmes, kastratie, mes, messentrekker, messetrekker, ontmanning, slagersmes, snee, snijder, wentelwiek ↗ dolk ≠ te weinig berekenen
snijden (v.)
↘ diepe snee, houw, snee, tondeuse ↗ guillotine, papiersnijder, schavot, valbijl
snijdend (adv.)
snijdend (adv./adj.)
↘ ijskoud, ijzig, ijzig kalm
Publicidade ▼
⇨ (af)snijden • aan twee kanten snijden • elkaar snijden • het elkaar snijden • in blokjes snijden • in dobbelsteentjes snijden • in plakken snijden • in stukken snijden • te snijden • zich in de vingers snijden
snijden (v.)
snijden (v.)
être absent (fr)[Classe]
mislopen, missen[Hyper.]
container, deletie, omissie, verzuim, weglating - skipper (en)[Dérivé]
snijden (v.)
houwen; bikken; hakken[Classe]
menu (fr)[Rendre+Attrib.]
aansnijden, afknippen, opensnijden[Hyper.]
paring, shaving, sliver (en) - whittler (en)[Dérivé]
snijden (v.)
snijden (v.)
onthoofden; onthalzen[Classe]
onthalzen, onthoofden[Hyper.]
guillotine, papiersnijder, schavot, valbijl[GenV+comp]
snijden (v.)
blesseren; kwetsen; verwonden[Classe]
inciser (fr)[Classe]
snijden (v.)
snijden (v. tr.)
snijden; knippen; stuksnijden; trancheren; versnijden; beeldsnijden; voorsnijden[ClasseHyper.]
coudre (opérations diverses) (fr)[DomaineCollocation]
aansnijden, afknippen, opensnijden[Hyper.]
carver, cutter (en)[Dérivé]
snijden (v. tr.)
snijden (v. tr.)
suivre une direction (fr)[Classe...]
effectuer une manœuvre d'une voiture (fr)[DomaineCollocation]
pull (en)[Hyper.]
snijden (v. tr.)
châtrer (fr)[Classe]
snijden (v. tr.)
snijden (v. tr.)
snijden (v. tr.)
snijden (v. tr.)
estimer au-dessus de sa valeur (fr)[Classe]
faire payer cher (fr)[Classe]
snijden (v. tr.)
snijden (v. tr.)
châtrer (fr)[Classe]
(dakhaas; katje; kattekop; kattenkop)[termes liés]
snijden (v. tr.)
laten, maken, produceren, scheppen, vervaardigen[Hyper.]
cut, cutting, cutting off (en) - carving, cutting (en)[Dérivé]
cut (en)[Domaine]
snijden (v. tr.)
dichtvouwen, opvouwen, vouwen[Hyper.]
uncross (en)[Ant.]
snijden (v. tr.)
blesseren; kwetsen; verwonden[Classe]
tuer qqn avec une arme blanche (fr)[Classe]
se donner la mort (à l'arme blanche) (fr)[Classe]
porter un coup avec une épée, un sabre (fr)[Classe]
(mes)[termes liés]
blesseren, kwetsen, verwonden[Hyper.]
dolk - dolksteek, dolkstoot, messteek, steek - mes - mes - messentrekker, messetrekker[Dérivé]
snijdend (adj.)
qui est intense, présent en nombre, en quantité... (fr)[Classe]
froid (fr)[Classe]
dur, difficile à supporter, à subir (fr)[Classe]
qualificatif du froid intense (fr)[DomaineDescription]
pénétrer (fr) - saisir (fr) - piquer (fr) - piquer (fr) - cingler, siffler (fr)[Qui~]
koud[Similaire]
snijdend (adj. et adv.)
koud[Similaire]
snijdend (adj. et adv.)
fortement (fr)[Classe]
difficilement (fr)[Classe]
snijdend (adv.)
doordringend, snerpend[Adv.]
Wikipedia
Snijden is een begrip dat in meerdere contexten kan thuishoren:
Dit is een doorverwijspagina, bedoeld om de verschillen in betekenis of gebruik van Snijden inzichtelijk te maken.
Op deze pagina staat een uitleg van de verschillende betekenissen van Snijden en verwijzingen daarnaartoe. Bent u hier via een pagina in Wikipedia terechtgekomen? Pas dan de verwijzing naar deze doorverwijspagina aan, zodat toekomstige bezoekers direct op de juiste pagina terechtkomen. Bekijk alle artikelen waarvan de naam begint met Snijden. |
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,078s