definição e significado de stad | sensagent.com


   Publicitade R▼


 » 
alemão búlgaro chinês croata dinamarquês eslovaco esloveno espanhol estoniano farsi finlandês francês grego hebraico hindi holandês húngaro indonésio inglês islandês italiano japonês korean letão língua árabe lituano malgaxe norueguês polonês português romeno russo sérvio sueco tailandês tcheco turco vietnamês
alemão búlgaro chinês croata dinamarquês eslovaco esloveno espanhol estoniano farsi finlandês francês grego hebraico hindi holandês húngaro indonésio inglês islandês italiano japonês korean letão língua árabe lituano malgaxe norueguês polonês português romeno russo sérvio sueco tailandês tcheco turco vietnamês

Definição e significado de stad

Definição

definição - Wikipedia

   Publicidade ▼

Sinónimos

Ver também

   Publicidade ▼

Locuções

Dicionario analógico

stad (n.)

stad[Hyper.]






Wikipedia - ver também

Wikipedia

Stad

                   
Disambig-dark.svg Zie Stad (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Stad.
Portal.svg Portaal Steden

Een stad is een plaats waar mensen wonen. Het onderscheid tussen steden en dorpen wordt meestal gemaakt op grond van de grootte (het aantal inwoners) of het voorzieningenniveau. Waar dorpen zich kenmerken door een landelijk karakter, weinig voorzieningen en een hechte gemeenschap, zijn steden dichter bevolkt, bezitten meer voorzieningen (scholen, ziekenhuizen, een schouwburg, grotere stations, etc.), en kennen geen hechte gemeenschap ("opgaan in de massa"). Inwoneraantallen zijn als maatstaf sterk afhankelijk van de algehele bevolkingsdichtheid van een gebied: zo zal een plaats met zo'n 1000 inwoners in Tsjaad al een stad zijn, terwijl daar in Japan ten minste 50.000 inwoners voor nodig zijn. In het middeleeuwse Europa waren steden plaatsen met stadsrechten, zoals het hebben van een stadsmuur en het hebben van een eigen rechtspraak en belastingen.

Inhoud

  Geschiedenis

  De eerste steden

De algemeen geaccepteerde theorie omtrent het ontstaan van de eerste nederzettingen is dat dit plaats heeft gevonden na de neolithische revolutie. Deze stelt dat het ontstaan van landbouw geleidelijk een sedentair bestaan voor de mens, die tot dan toe als jager-verzamelaar leefde, mogelijk maakte; eerst in de vorm van kleine dorpen, later, toen de voedselopbrengsten hoog genoeg waren dat zij enige specialisatie onder de dorpelingen toeliet, in de vorm van steden.

Een minder geaccepteerde theorie stelt nadrukkelijk dat er een sedentaire ontwikkeling plaatsvond vóór de landbouwrevolutie. Hierbij wordt uitgegaan van een situatie waarbij een groep mensen een waardevol handelsproduct (bijvoorbeeld vuursteen of obsidiaan) controleerde, waardoor zij (dankzij handel met omringende groepen) niet meer voor eigen voedselproductie hoefde te zorgen en zich een sedentaire levenswijze konden permitteren.

In enkele uitzonderlijke gevallen, zoals de tell Mureybet in Syrië of de late Jomonperiode in Japan ontstaan sedentaire gemeenschappen zonder landbouw noch het bezit van waardevolle handelswaar. Het betreft hier gebieden met een dermate hoge voedselrijkheid, dat rondtrekken voor de jager-verzamelaars geen noodzaak meer was of meerwaarde had.

Er bestaat geen sluitend onderscheid tussen dorpen en de eerste steden, net zoals vandaag de dag het verschil tussen stad en dorp grotendeels arbitrair is. In de meeste gevallen wordt van een stad gesproken wanneer er sprake is van een nederzetting die genoeg grondstoffen bezit om handel te kunnen drijven. De meeste prehistorische dorpen daarentegen, waren nauwelijks zelfvoorzienend.

Verdere kenmerken zijn onder meer een verregaande mate van specialisatie, waarbij dorpelingen zich niet enkel met landbouw bezighouden maar waar ook sprake is van (bijvoorbeeld) pottenbakkers, priesters, smeden, leraren of ambtenaren.

De eerste nederzettingen die aan een dergelijke definitie voldoen ontstaan in Mesopotamië, waar ook de landbouwrevolutie voor het eerst plaatsvond. In het oude Sumer, gelegen in het hart van het tweestromenland, ontstaan de eerste steden, waarvan Uruk en Oer de bekendste zijn.

Veelal ontstaan de eerste steden uit de meest gunstig gelegen (hetzij op vruchtbare grond en/of aan handelsroutes) dorpen, die, naarmate de tijd verstrijkt, aan inwonertal wonnen en uiteindelijk het omringende gebied konden domineren. Een patroon dat zich in vrijwel alle andere gebieden die onafhankelijk van het Midden-Oosten landbouw ontwikkelden (Zuid-India, Noord-China, Midden-Amerika, de Sahel en West-Afrika) herhaald.

  Steden in de Lage Landen

Alle traditionele steden (plaatsen met stadsrechten of met een ontwikkeling die vóór de Industriële Revolutie begint) in België en Nederland zijn in te delen in een drietal patronen.

  De antieke stad

Dit zijn door de Romeinen gestichte steden, die na de val van het Romeinse rijk niet verlaten werden maar (zij het in zeer sterk verminderde mate) binnen de voormalige stadsgrenzen bewoond bleven en een meer dan dorpse functie bleven vervullen. Zij bleven politiek van belang door de aanwezigheid van een lokale machthebber zoals een heer of bisschop.

In Nederland bevinden zich geen steden die een dergelijke ontwikkeling hebben doorgemaakt, steden als Nijmegen en Utrecht (hoewel in het bezit van een Romeinse kern) raakten ontvolkt. In België bevinden dergelijke steden zich voornamelijk in Wallonië en is Tongeren in Limburg een uitzondering.

  De burchtstad

Dit zijn steden die ontstaan tijdens de vroege middeleeuwen uit een samensmelting tussen een burcht of abdij en een handelsnederzetting, ook wel portus ('haven' in het Latijn) genoemd. Handelslieden zochten hierbij de veiligheid en bescherming van een lokale heer, abt of hoofdman en bouwden hun nederzetting in de nabijheid van deze machthebbers. Naarmate deze nederzettingen groeiden smolten zij samen met de burcht tot zij een stad vormden, vandaar dat de woorden "burger" (letterlijk "inwoner van een burcht") en "poorter" (letterlijk "bewoner van een portus") eenzelfde betekenis kregen. Voorbeelden van dergelijke steden zijn Antwerpen, Gent, Deventer, Utrecht, Nijmegen en Breda.

  De gestichte stad

In de 11e eeuw is er voor het eerst sinds de Romeinse tijd weer duidelijk sprake van bevolkingsgroei, waarna grote stukken bos, veen en heide ontgonnen worden om de gegroeide bevolking te kunnen voeden. In Nederland is deze ontwikkeling het meest zichtbaar in het midden van de 13e en het begin van de 14e eeuw. In België, in het bijzonder het graafschap Vlaanderen, ontstaan dergelijke nederzettingen al eerder.

Lokale vorsten (bijvoorbeeld een graaf of hertog) bieden in deze periode stadsrechten (gebaseerd op die van de oudere burchtsteden) aan dorpen (in de hoop dat zij zich ontwikkelden tot steden) of verkopen ontginningsrechten aan de burgers van reeds bestaande steden in de hoop dat zij aldaar nieuwe steden zullen stichten, zo zijn veel Noord-Brabantse steden gesticht door burgers van oudere Brabantse steden als Leuven, Tienen of Antwerpen.

Voor de meeste huidige steden in Nederland en België begint hier hun stedelijke ontwikkeling. Niet al deze 'steden' ontwikkelden zich ook tot stad. Vooral in Noord-Holland, Friesland en Oostelijk Nederland vindt men veel dorpen die zich ondanks het verkrijgen van stadsrechten nooit tot stad hebben ontwikkeld.

  Geplande steden

1rightarrow.png Zie Geplande stad voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

  Voor de Industriële Revolutie

Geplande stadsuitbreidingen komen in het Europa van voor de industriële revolutie regelmatig voor, de concentrische grachtenringen van veel Vlaamse en Hollandse steden zijn hiervan goede voorbeelden.

Het daadwerkelijk plannen van een geheel nieuwe stad echter, was zeldzaam. Vooral in de middeleeuwen en vroege oudheid (tot ongeveer de 9e eeuw v.Chr.) ontstaan en groeien steden organisch.

Binnen het pre-industriële Europa zijn er drie grootschalige golven van stedenstichtingen te ontwaren, twee ervan gedurende de oudheid en één in de hoge middeleeuwen.

  Oude Griekenland

De geografie van Griekenland (bergachtig gebied met weinig vruchtbaar en open land) dwong de groeiende bevolking beginnende in de 8e eeuw v.Chr. al snel tot het koloniseren van overzeese gebieden. In de daaropvolgende eeuwen ontstonden overal in het Middellandse Zeegebied en rond de Zwarte Zee Griekse steden, die altijd volgens het Hippodamische systeem werden aangelegd.

De steden werden zorgvuldig gepland. Zo werd vanaf de dag van aankomst op de locatie van de nieuwe kolonie land ingeraamd voor de tempels, amphitheaters en agora ook al zouden deze (in het geval van de meeste kolonies) pas decennia later gebouwd worden.

  Hellenistische en Romeinse Rijk

Hoewel het bouwpatroon hetzelfde blijft veranderd de achterliggende gedachte na de 4e eeuw v.Chr.. Bij de Oude Grieken was bevolkingsdruk de hoofdreden achter de stichting van nieuwe steden, ten tijde van de Hellenistische en Romeinse Tijd hebben nieuwe steden vooral het doel nieuw veroverde gebieden in toom te houden. Zowel de Hellenistische Grieken als de Oude Romeinen bouwden overal binnen hun rijken nieuwe steden met als belangrijkste inwoners veteranen.

In het geval van de Hellenistische Rijken zorgde dit vooral voor een verspreiding van de Griekse cultuur en gewoonten, bij de Romeinen kwam hier ook de overname van de taal (het Latijn) bij.

  Heilige Roomse Rijk
1rightarrow.png Zie Oostkolonisatie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
  Greifswald, met het geplande stratenpatroon goed zichtbaar.

In het oosten van het Heilige Roomse Rijk (ook wel het Duitse Rijk genoemd) bevonden zich in de middeleeuwen grote gebieden land die bewoond werden door Slavische stammen. Deze gebieden, ruwweg ten oosten van de rivier de Elbe gelegen, waren slechts licht-bewoond en relatief onderontwikkeld.

Binnen het Slavische gebied stichten Duitse kolonisten (hoewel in enkele uitzonderlijke gevallen ook Nederlanders) steden. Doordat steden binnen het gebied grotendeels ontbraken ontstond een situatie waarin het platteland lange tijd gedomineerd werd door Slavische boeren terwijl binnen dit gebied (dat zich uitstrekte van het huidige Polen tot aan Roemenië en Rusland geplande Duitstalige stadjes lagen.

Sommige van deze steden verloren in de loop der eeuwen hun geplande stratenpatroon, bijvoorbeeld door branden en daaropvolgende wildbouw.

  Na de industriële revolutie

Na de industriële revolutie verandert de functie van de stad. Het politieke en militaire aspect verdwijnt grotendeels en het belang van de economie en grootschalige huisvesting neemt explosief toe.

Nieuwe voedsel- en productietechnieken laten een veel groter bevolkingsaantal toe dan voorheen mogelijk was, wat zich vertaald in steden met honderdduizenden en zelfs miljoenen inwoners. In Europa betekende dit (met Parijs als voorbeeld) het openbreken van het middeleeuwse stratenpatroon en de aanleg van boulevards, avenues en singels.

In Europa bevinden zich relatief weinig geplande steden. Als voorbeeld van een geplande stad in België geldt Louvain-la-Neuve. In Nederland zijn alle steden en dorpen (met uitzondering van Urk) in de provincie Flevoland gepland.

Vooral tijdens de 19e eeuw in de Verenigde Staten (dat naast een hoge bevolkingsgroei ook een positief migratiesaldo kende), de tweede helft van de 20ste eeuw in Rusland en de vroege 21ste eeuw in het geval van China domineert de geplande stad.

  Aspecten van de stad

  Politiek

  Oudheid

De opkomst van de steden werd relatief snel gevolgd door het ontstaan van de eerste staten. In het Oude Mesopotamië (grofweg het huidige Irak) wisselden steden elkaar constant af in de regionale hegemonie. De eerste rijken waren dan ook grotendeels gecentreerd rondom een specifieke stad die politiek en militair dominant was. De Sumerische, Akkadische en Babylonische Rijken zijn voorbeelden van dergelijke staten gecentreerd rondom één stad. In het geval van de genoemde voorbeelden waren dit Ur, Akkad en Babylon.

In veel gevallen betekende de vernietiging van de hoofdstad het einde van een dergelijke staat omdat vrijwel de gehele sociale, politieke, economische en militaire elite zich in deze steden bevond. Vooral de Oude Grieken onder Alexander de Grote pasten deze strategie veelvuldig toe. Vaak stichtten zij een nieuwe hoofdstad op symbolische wijze naast de resten van de oude om zo aan de plaatselijke bevolking duidelijk te maken dat zij verslagen was, maar ook om de macht van de oude elite te breken.

Met de veroveringen van Alexander de Grote en later die van het Romeinse Rijk was de macht van de individuele stad (of stadstaat) eeuwenlang uiterst beperkt. Steden waren onderdeel van grote gecentraliseerde rijken waarvan het politieke en militaire leiderschap niet langer aan een enkele stad verbonden was. Zo was Rome weliswaar het religieuze en sociale hart van het Romeinse Rijk, maar het bestuur was in handen van de keizer, het patriciaat en de senatoriale elite die niet noodzakelijkerwijs aan Rome of haar bevolking gebonden was.

  Middeleeuwen

De val van het Romeinse Rijk zorgt voor een machtsvacuüm in vrijwel geheel West-Europa. Het centrale gezag van de Romeinse Keizer wordt nu vervangen door het Germaanse koningschap dat de vroege middeleeuwen domineert en op zeer rudimentaire wijze het staatsbestuur voortzet. De autoriteit van veel van deze koningen was zo beperkt dat zij vrijwel constant met hun (militaire) gevolg moesten rondtrekken om hun macht ook daadwerkelijk te doen gelden. De steden zijn in dit tijdvak slechts een schim van wat zij eerst waren en grotendeels overgeleverd aan de rondzwervende krijgsheren.

Dit veranderd in de loop van de 10e eeuw, wanneer (door een combinatie van politieke stabiliteit en bevolkingsgroei) de macht van de koningen deels verschuift naar lokale edelen in wat ook wel de banale revolutie wordt genoemd. Het lokale gezag werd veel sterker en het liet de burgers van steden toe om bepaalde rechten van hun lokale heer te kopen, vaak in ruil voor geld of diensten.

Gedurende dit proces nam de macht en positie van de stad enorm toe. Veel middeleeuwse steden, hoewel formeel onderdeel van heerlijkheden, graafschappen, hertogdommen en koninkrijken, gedroegen en stelden zich haast op als stadstaten. Met de aankoop van stadsrechten als het recht op omwalling, tolheffing, eigen rechtspraak en in sommige gevallen ook het muntrecht werd de stad de facto een staat binnen een staat.

  Nieuwe en Nieuwste Tijd

In de 15e en 16e eeuw komt een nieuwe staatsvorm op die in haar meest vergevorderde stadium ook wel "absolutisme" wordt genoemd. Kenmerkend voor deze ontwikkeling is de steeds toenemende macht van de soevereine vorst, in de meeste gevallen een koning. De steden hebben in deze tijd de lokale adel in politiek opzicht grotendeels vervangen, waardoor de macht van de koning (die voorheen de hulp van de adel nodig had) groeide.

Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van logistiek (bijvoorbeeld de aanleg van nieuwe verharde wegen en de uitvinding van de boekdrukkunst) en op militair vlak (verbetering van vuurwapens en artillerie) lieten, voor het eerst sinds het Romeinse Rijk, opnieuw een sterk centraal staatsbestel toe.

Met dit proces nam de macht van de steden weer af, vooral in Frankrijk, Spanje en Engeland is deze ontwikkeling goed zichtbaar. In enkele Europese gebieden, waaronder Zwitserland en de Nederlanden, voltrok het zich minder zichtbaar en langzamer. Hier werd de macht van de steden, en de stedelijke elite, pas voorgoed verbroken tijdens de Franse Revolutie.

  Economie

Het gerucht dat op een bepaalde plek natuurlijke rijkdommen zoals goud, diamant of aardolie te vinden zijn kan er voor zorgen dat er veel mensen naar die plek trekken om hun geluk te beproeven, waardoor een nederzetting of een stadje kan ontstaan. Vaak raakt zo'n nederzetting ontvolkt zodra de winning van de betreffende grondstof niet langer meer rendabel is, maar het kan ook voorkomen dat zo'n nederzetting uitgroeit tot een grote stad. Een voorbeeld van een stad die ontstaan is bij een goudmijn is Johannesburg.

  Begrip stad

Het begrip stad stamt af van het werkwoord "staan" (stede, stee) en betekent ook wel stand, (op de) plaats, plek, ruimte. Zie de naamgeving van steden als Heemstede of Wijk bij Duurstede en de verwantschap met de woorden verstedelijking en stedenbouw of stedenbouwkunde. En vergelijk het woord statt in het Duits. Het onderscheid tussen stad en gemeente is vooral organisatorisch en juridisch; soms vormt een stad met het omsluitende buitengebied en de omliggende dorpen een gemeente.

  Definitie stad in België

De meeste Belgische steden voeren hun stadstitel op basis van het Koninklijk Besluit van 30 mei 1825, dat voor het gehele Verenigd Koninkrijk der Nederlanden de gemeenten opsomde die gemachtigd werden de titel stad te dragen. Hierin werden alle gemeenten opgesomd die in het verleden stadsrechten hadden ontvangen en die tijdens de Franse tijd niet waren kwijtgeraakt. Ook na de Belgische onafhankelijkheid wordt in België de titel stad officieel toegekend aan gemeenten via een Koninklijk Besluit. De gemeente krijgt dan de stadstitel er bovenop; met de grootte van de gemeente heeft die weinig te maken. Gedurende meer dan 150 jaar veranderde er niets meer aan de lijst van 1825. Na de gemeentelijke herinrichting van 1977 werd de stadstitel uitgebreid tot het volledige grondgebied van de fusiegemeente en kregen de gemeenten de kans om de stadstitel te verkrijgen via een Koninklijk Besluit. Dit kon gebeuren omwille van historische redenen (steden die de stadstitel verloren waren tijdens de Franse tijd of gemeenten die in de middeleeuwen een belangrijke rol speelden) of omwille van de huidige centrumfunctie van de gemeente. Heel wat gemeenten maakten hiervan gebruik en verkregen tussen 1982 en 2000 de stadstitel.

Ook het Verenigd Koninkrijk kent zo'n systeem.

  Definitie stad in Denemarken

In Denemarken volgt het nationale bureau voor statistiek de definitie dat een plaats minimaal 200 inwoners moet hebben (met een afstand tussen gebouwen van niet meer dan 200 meter) om als by (stad) te worden aangemerkt. Veel plaatsen die men in Nederland als dorp zou bestempelen worden aldaar dan ook als stad (by) gekenmerkt.

  Definitie stad in Nederland

In de Nederlandse wetgeving komt de term 'stad' niet voor; de Nederlandse wet kent slechts de begrippen gemeente en bebouwde kom. Vóór de negentiende eeuw was een stad een plaats die stadsrechten toegekend had gekregen. Den Haag zou volgens deze definitie geen stad zijn, omdat het nooit stadsrechten heeft gekregen. In de praktijk wordt bij plaatsen zonder historische stadsrechten vanaf een inwoneraantal van ongeveer 25.000 door sommigen gesproken van een stad, overigens zonder dat dit een algemeen aanvaard gebruik is. Of een plaats als stad gezien wordt hangt ook af van de bevolkingsdichtheid van het omliggende gebied. Zo wordt bijvoorbeeld Emmeloord door de meeste mensen als stad gezien en Wijchen als dorp, terwijl Wijchen meer inwoners heeft dan Emmeloord. In een groot gedeelte van de provincie Groningen en een deel van de provincie Drenthe gebruikt men de term 'Stad' ook wel om de daar centraal gelegen stad Groningen aan te duiden.

Volgens Van Dale is een stad een conglomeratie die onafhankelijk kan opereren zonder de rurale (plattelands-) omgeving. De enige keer dat de Nederlandse Grondwet het woord gebruikt is in relatie tot "de hoofdstad Amsterdam".[1]

  Definitie stad in Rusland

In Rusland kunnen plaatsen met ten minste 12.000 inwoners en met minimaal 85% van de bevolking werkzaam in sectoren buiten de landbouw de wettelijke status van stad aanvragen. Er zijn echter vele voorbeelden van historische plaatsen met de status van stad, die soms slechts enkele duizenden inwoners hebben (de kleinste is Verchojansk met 1.500 inwoners in 2002) en plaatsen met meer dan 20.000 inwoners die dan weer niet de status van stad hebben (de grootste is de stanitsa (kozakkenplaats) Ordzjonikidzevskaja in Ingoesjetië met meer dan 65.000 inwoners in 2002). Steden worden onderverdeeld in verschillende klassen naar inwoneraantal, zie nederzettingstypen in Rusland.

  Stedentypen

  Agglomeratie

Stad en voorsteden samen heten een agglomeratie. Steden met miljoenen inwoners noemt men een miljoenenstad (metropolis). Grotere sterk verstedelijkte gebieden, zoals de "Boswash" (het gebied Boston-New York-Newark-Philadelphia-Washington D.C., 35 miljoen inwoners), de Noordzeekust (het verstedelijkte gebied dat Midden- en Zuid-Nederland, België en het noorden van Frankrijk omvat, met ca. 30 miljoen inwoners), Peking-Tianjin en Zuid-Japan worden wel aangeduid als "megalopolis".

  Voorstad

Rond grote steden bevinden zich vaak een aantal andere plaatsen die ook 'verstedelijkt' zijn, dat wil zeggen dat ze groter zijn geworden en gedeeltelijk hun dorpse karakter hebben verloren. Deze zogenaamde voorsteden zijn meestal sterk op de stad gericht voor voorzieningen en werkgelegenheid.

  Wereldstad

1rightarrow.png Zie Wereldstad voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Een wereldstad is een prominent internationaal centrum op het gebied van handel, bankwezen, financiën, innovatie, cultuur en markten. De term wereldstad werd geïntroduceerd door sociologe Saskia Sassen in 1991 en wordt sindsdien, dankzij de toenemende globalisering, in toenemende mate gebruikt. De term dient niet te worden verward met miljoenenstad. Waar een miljoenenstad een groot inwoneraantal heeft, heeft een wereldstad internationaal veel invloed en macht. Wereldsteden hebben volgens Sassen meer met elkaar gemeen dan met steden in hun eigen land. In toenemende mate hebben wereldsteden geen landelijke politiek meer nodig, maar ze onderhouden directe banden met elkaar. Ook in Nederland wordt dit steeds duidelijker, wat te zien is aan de toenemende vraag naar meer autonomie voor de Randstad, bijvoorbeeld door een Randstadprovincie.

  Grootste steden

  Grootste steden ter wereld

Hieronder staat een lijst van de twintig grootste steden ter wereld (gemeten naar aantal inwoners in de gemeente, volgens schattingen voor 2009 van World Gazetteer[2]). Inwoneraantallen van steden zijn vaak moeilijk met elkaar te vergelijken, omdat per land kan verschillen wat wel en wat niet tot een bepaalde gemeente wordt gerekend. Onderstaande getallen zijn uiteraard lager dan het inwoneraantal van het respectieve stedelijke gebied.

Nr. Naam Originele naam (indien afwijkend) Land Aantal inwoners
1 Shanghai Shànghǎi/上海 Flag of the People's Republic of China.svg China 15.968.867
2 Bombay Mumbaī/मुंबई Flag of India.svg India 13.922.125
3 Karachi Karāchi/کراچي Flag of Pakistan.svg Pakistan 12.827.927
4 Istanboel İstanbul Flag of Turkey.svg Turkije 12.573.836
5 Delhi Dillī/दिल्ली Flag of India.svg India 12.259.230
6 Buenos Aires Flag of Argentina.svg Argentinië 12.197.347
7 Manilla Manila Flag of the Philippines.svg Filipijnen 11.165.131
8 Moskou Moskva/Москва Flag of Russia.svg Rusland 10.494.522
9 Dhaka Dhākā/ঢাকা Flag of Bangladesh.svg Bangladesh 10.468.510
10 São Paulo Flag of Brazil.svg Brazilië 10.328.094
11 Lagos Flag of Nigeria.svg Nigeria 9.733.876
12 Seoel Seoul/서울 Flag of South Korea.svg Zuid-Korea 9.660.532
13 Kinshasa Flag of the Democratic Republic of the Congo.svg Congo-Kinshasa 9.518.988
14 Tokio Tōkyō/東京 Flag of Japan.svg Japan 8.704.569
15 Mexico-Stad México Flag of Mexico.svg Mexico 8.587.132
16 Jakarta Flag of Indonesia.svg Indonesië 8.579.263
17 Teheran Tehrān/تهران Flag of Iran.svg Iran 8.250.882
18 New York Flag of the United States.svg Verenigde Staten 8.219.262
19 Caïro al-Qāhirah/القاهرة Flag of Egypt.svg Egypte 8.026.454
20 Lima Flag of Peru.svg Peru 7.902.851

  Grootste gemeenten van Nederland en steden van België

1rightarrow.png Zie Lijst van grootste gemeenten in Nederland voor een overzicht
1rightarrow.png Zie Lijst van Belgische steden (naar inwoneraantal) voor een overzicht

In België zijn steden gemeenten die een stadstitel dragen. Sommige grote gemeenten zullen daarom niet in het overzicht van de grootste steden voorkomen.

  Kleinste steden

De kleinste plaats met stadsrechten in de Benelux, is de buurtschap Staverden in de gemeente Ermelo op de Veluwe. Het heeft zelfs geen echte kern en in de verspreide huizen die tot Staverden gerekend worden, wonen in totaal slechts ongeveer 40 mensen (2006). Staverden kreeg stadsrechten in 1298, maar ontwikkelde zich nooit tot stad.

De kleinste plaats met stadsrechten die wel als stad heeft bestaan, is het eveneens piepkleine Sint Anna ter Muiden, in de gemeente Sluis in Zeeuws-Vlaanderen op de Belgische grens, met ongeveer 50 inwoners (2006). Het Achterhoekse stadje Bronkhorst (gemeente Bronckhorst), met 130 inwoners (2006), profileert zich weliswaar toeristisch als kleinste stad van Nederland maar komt op de derde plaats.

De kleinste stadskern van België is het Waalse Durbuy met zowat 400 inwoners inclusief buitengebied. Tot de gemeentelijke herinrichting van 1977 was het ook de kleinste stad van het land. Daar het begrip "stad" in België slaat op de hele gemeente (de stad Durbuy telt zodoende (1 januari 2010) 10.983 inwoners) is sindsdien de West-Vlaamse stad Mesen met 950 inwoners inclusief buitengebied (1 januari 2010) de kleinste stad van België. Deze taalgrensgemeente werd niet samengevoegd met andere gemeenten.

De officieel kleinste stad met stadsrechten ter wereld is de Kroatische stad Hum, met 23 inwoners en amper 12 huizen.

  Trivia

  Zie ook

  Gerelateerde onderwerpen

Agglomeratie · Binnenstad · Burgemeester · City (stad) · Deelgemeente (België) · Deelgemeente (Nederland) · Gemeentearchivaris · Gemeente (bestuur) · Gemeentehuis · Gemeenteraad · Hoofdstad · Metropool · Satellietstad · Schepen · Stadsprovincie · Stadsprovincie (China) · Stadhuis · Stadsbestuur · Stadsdeel · Stadsdeelraad · Stadsrechten · Stadstaat · Town · Verstedelijking · Wereldstad · Wethouder · Wijk -- Zustergemeente

  Verwante duidingen

  Overig


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Nederlandse Grondwet Hoofdstuk 2 Artikel 32
  2. World Gazetteer, 2009. Merk op dat schattingen van World Gazetteer met voorzichtigheid dienen te worden bekeken, omdat die afhangen van wanneer er voor het laatst een volkstelling/officiële schatting is geweest en geen rekening houden met eventuele plotselinge verschuivingen vanwege oorlogen, epidemieën, migratiegolven e.d.
RomanW-01.png
   
               

 

todas as traduções do stad


Conteùdo de sensagent

  • definição
  • sinónimos
  • antónimos
  • enciclopédia

 

5265 visitantes em linha

calculado em 0,031s