Publicitade R▼
strelen
strelen (v.)
aanhalen, knuffelen, kozen, kussen, liefkozen, onthalen, onthalen op, schenken, tracteren, tracteren op, trakteren, trakteren op, vergasten, vergasten op
strelen (v. trans.)
aaien, bevredigen, botvieren, kozen, liefkozen, tevredenstellen, vergenoegen, voldoen, volstaan, zijn zin geven
Publicidade ▼
Ver também
strelen (v. trans.)
↘ aai, liefkozing, streling
strelen (v.)
↘ knuffel
strelen (v.)
toucher tendrement, sensuellement (fr)[ClasseParExt.]
favoriser quelqu'un (fr)[Classe]
aaien, kozen, liefkozen, strelen[Hyper.]
aanhaling - beminde, favoriet, favoriete, geliefde, gunsteling, hartedief, hartediefje, hartelap, hartendief, hartendiefje, hartenlap, hartje, honnepon, honneponnie, lief, liefste, lieveling, lieverd, lieverdje, schat, schattebout, scheet, schootkind, troetelkind, uitverkorene - fondler, petter (en)[Dérivé]
strelen (v.)
fournir des aliments (fr)[Classe]
uitnodigen[Classe]
réjouir (fr)[Classe]
satisfaire (fr)[Classe]
offrir (fr)[Classe]
strelen (v.)
strelen (v. tr.)
strelen (v. tr.)
aanhalen, knuffelen, kozen, liefkozen, strelen[Hyper.]
liefkozing - aanhaling[Dérivé]
strelen (v. tr.)
afroeien, oproeien, roeien, verroeien[Hyper.]
stroke (en)[Dérivé]
strelen (v. tr.)
bezorgen, toevoeren, voeren, voorzien, voorzien in[Hyper.]
bevrediging, satisfactie, verzadiging - mateloosheid, toegeeflijkheid - buigzaamheid, conniventie, consideratie, conveniëntie, coulance, inschikkelijkheid, lankmoedigheid, meegaandheid, plooibaarheid, souplesse, toegeeflijkheid - panderer (en)[Dérivé]
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s