Publicitade E▼
terechtkomen
aanbelanden, aanlanden, afbouwen, arriveren, belanden, eindigen met, neerkomen, terugkomen, uitkomen, vallen, worden
terechtkomen (v. intr.)
aanbelanden, aankomen, aanlanden, arriveren, belanden, komen, komen aanzetten, opdagen, staan, vallen, weer verschijnen
Publicidade ▼
Ver também
terechtkomen (v. intr.)
↘ bezoeker, -komer ↗ aan het licht komen, blijken, in opkomst zijn, opdagen, opkomen, tevoorschijn komen, te voorschijn komen, uitkomen, verschijnen, voor de dag komen, zichtbaar worden ≠ afnokken, aftaaien, begeven, gaan, heengaan, moven, nokken, opbreken, opdonderen, opduvelen, opflikkeren, ophoepelen, opkramen, opkrassen, oplazeren, opmieteren, oprotten, oprukken, opsodemieteren, opstappen, optrekken, verwijderen, wegwezen
terechtkomen
terechtkomen
gaan; gaan naar[Classe]
terechtkomen (v. intr.)
terechtkomen (v. intr.)
parvenir à destination (fr)[Classe]
arriver de déplacement, de voyage (fr)[Classe]
pouvoir atteindre (un lieu) (fr)[ClasseHyper.]
aankomst, komst, overkomst - komst - bezoeker, -komer[Dérivé]
krijgen, pakken[Domaine]
terechtkomen (v. intr.)
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s