Publicitade R▼
treuren (v. intr.)
bejammeren, beklagen, berouwen, berouw hebben van, betreuren, bewenen, dreinen, dwingen, jammeren, jeremiëren, kermen, lamenteren, rouwen, spijten, spijt hebben van, terugverlangen naar, treuren over, weeklagen, grienen (informeel), janken (informeel), snotteren (informeel)
Publicidade ▼
Ver também
treuren (v. intr.)
↘ berouw, betreurenswaard, betreurenswaardig, dreinerig, griener, huilebalk, huilerig, jammer, jammeraar, jankepot, janker, jankerd, kankeraar, kankeraarster, kankerpit, klaagster, klaagvrouw, klager, leedwezen, querulant, spijt, spijtig, treurende, zaniker, zanikster, zeikerd, zeur, zeurder, zeurkous, zeurpiet, zeurster, zonde ↗ nostalgiek, nostalgisch, schoolziek
Publicidade ▼
treuren (v.)
treuren (v. intr.)
treuren (v. intr.)
pleurer (fr)[Classe]
treuren (v. intr.)
treuren (v. intr.)
express emotion, express feelings (en)[Hyper.]
jammerklacht, lamentatie, weeklacht - elegie, grafdicht, grafzang, klaagdicht, klaaglied, klaagzang, lamento, lijkdicht, lijkzang, nenia, requiem, treurdicht, treurlied, treurzang - draagstoel - dodenmis, grafzang, klaagzang, lijkdicht, lijkmis, lijkzang, nenia, requiem, requiemmis, rouwmis, uitvaartmis - elegie, gehuil, gekerm, geweeklaag, het weeklagen, huilen, klaagdicht, klaaglied, klaagstem, klaagzang, lamento, pruilstem, treurdicht, treurlied, treurzang, verzuchting, weeklacht - klaagvrouw, treurende[Dérivé]
grieven[Domaine]
treuren (v. intr.)
avoir des regrets (fr)[Classe]
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s