Publicitade R▼
verbijten
verbijten (v. trans.)
't geheim houden, aan banden leggen, achterhouden, bedwingen, belemmeren, benevelen, beteugelen, betomen, bezwaren, camoufleren, geheimhouden, geheim houden, gemaskeerd, inbinden, inhouden, intomen, knarsetanden, maskeren, onderdrukken, opkroppen, opzouten, supprimeren, tandenknarsen, terughouden, verbergen, verbloemen, verdoezelen, verdringen, vergeten, verhelen, verhullen, versluieren, verstoppen, verzwijgen, voor zich houden, weerhouden, wegstoppen
verbeten
verbeten (adj.)
verbeten (adv./adj.)
Publicidade ▼
Ver também
verbijten (v. trans.)
↗ barrière, beletsel, bezwaar, drempel, handicap, hindernis, hinderpaal, hobbel, impediment, obstakel, rem, struikelblok, struikelsteen, verhindering
verbeten (adv./adj.)
Publicidade ▼
verbijten (v. tr.)
faire obstacle à (fr)[Classe]
empêcher par la contrainte (fr)[Classe]
factotum (en)[Domaine]
Guiding (en)[Domaine]
verbijten (v. tr.)
verbijten (v. tr.)
achterhouden, ophouden[Hyper.]
onderdrukking[Dérivé]
verbeten (adj. et adv.)
persévérant (fr)[Classe]
qui a une volonté ferme (fr)[Classe]
(veel)[Caract.]
qui fournit un travail (personne) (fr)[DomaineDescription]
verbeten (adj. et adv.)
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,203s