Publicitade E▼
verfoeien
verfoeien (v.)
depreciëren, een afkeer hebben van, een hekel hebben aan, geringschatten, haten, kotsen, minachten, neerkijken, neerzien, spugen, verachten, verafschuwen, versmaden
Publicidade ▼
Ver também
verfoeien (v.)
↘ dédain, zij kunnen elkaar niet luchten ↗ banvloek ≠ aanspreken, aanstaan, aardig vinden, behagen, beminnen, bevallen, genieten van, gesteld zijn op, geven, geven om, graag hebben, hechten, houden, houden van, liefhebben, liggen, lijken, mogen, vallen, voelen, zijn, zinnen
verfoeien (v.)
détester (fr)[Classe]
verfoeien (v.)
vouer quelqu'un au malheur (fr)[Classe]
détester (fr)[Classe]
afkeuren, betreuren[Hyper.]
banvloek[GenV+comp]
anathematisation, anathematization (en) - execration (en) - plaag, verloeking, vloek - aanklachtisch[Dérivé]
verfoeien (v.)
détester (fr)[Classe]
verfoeien (v.)
considérer avec mépris (fr)[Classe]
Publicidade ▼
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s