Publicitade E▼
vergaderen
vergaderen (v. intr.)
aantreffen, beraadslagen, bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, bijeenrapen, collectioneren, confereren, consulteren, konfereren, laten oplopen, lezen, ontmoeten, ophalen, ophopen, oppotten, opsparen, opstapelen, overleggen, paren, potten, rapen, samenbrengen, samenroepen, sparen, tegenkomen, treffen, verenigen, vergaren, vermenigvuldigen, verzamelen, zich groeperen
Publicidade ▼
Ver também
vergaderen (v. intr.)
≠ smeren, spreiden, uitsmeren, uitspreiden, uitstrijken, uitwrijven, verdelen, verspreiden, verstrijken, voortwoekeren, wrijven
Publicidade ▼
vergaderen (v. intr.)
converser (fr)[Classe]
vergaderen (v. intr.)
vergaderen (v. intr.)
coöpereren, op elkaar inwerken, samendoen, samenwerken[Hyper.]
assemblage, bijeenkomst, bijeenzijn, montage, samenkomst, samenzijn - ontmoeting, treffen - bijeenkomst, bijeenzijn, samenkomst, samenzijn - beraadslaging, beraadslagingen, deliberatie, dialoog, huisvergadering, overleg[Dérivé]
aantreffen, elkaar ontmoeten, elkaar tegenkomen, ontmoeten, tegenkomen, zien[Domaine]
vergaderen (v. intr.)
ophoping - assemblage, collecte, inzameling, lichting, verzameling - compilatie, samenstelling - compilatie, compilatiewerk, pandecten, samenstelling, samenvatting, verzamelwerk - arsenaal, collectie, kollektie, verzameling - accumulative (en) - accumulatief, akkumulatief, cumulatief, kumulatief, opeenhopend[Dérivé]
Wikipedia - ver também
Conteùdo de sensagent
calculado em 2,496s