Publicitade R▼
verplaatsen
overbrengen, overdragen, overleveren, overplaatsen, overzetten, transporteren, vervoeren
verplaatsen (v.)
bewegen, een zet doen, losschieten, losspringen, ontwrichten, ontzetten, optillen en wegdragen, overdoen, overhevelen, overplaatsen, overslaan, schuiven op, vervoeren, verzetten, vrachtverkeer, vrachtvervoer, zetten
verplaatsen (v. trans.)
aanhouden, bewegen, delen, een andere keer uitstellen tot, in de huid kruipen van, inleven, meeleven, meevoelen, opschorten, opschuiven, uitnodiging voor een ander moment, uitstellen, verdagen, verhangen, verleggen, verroeren, verschuiven, vertraagd, vertragen, verzetten, zich in andermans plaats stellen, zich inleven in, zich verplaatsen in
Publicidade ▼
Ver também
verplaatsen (v. trans.)
↘ aanhouding, het uitstellen, oponthoud, opschorting, opschuiving, prorogatie, respijt, temporisatie, uitstel, verdaging, verlet, verplaatsing, verschuiving, verwijl ↗ empathie, inlevingsvermogen
verplaatsen (v.)
↘ overhoop
Publicidade ▼
verplaatsen (v.)
verplaatsen (v.)
verplaatsen (v.)
verplaatsen (v.)
verplaatsen (v. tr.)
verplaatsen (v. tr.)
causer un retard, remettre à plus tard (fr)[Classe]
procédure judiciaire (fr)[DomaineCollocation]
uitstellen, vertragen[Hyper.]
aanhouding, het uitstellen, opschorting, opschuiving, verdaging, verplaatsing, verschuiving - reces, verdaging - putoff (en) - cunctator, postponer, procrastinator (en)[Dérivé]
verzetten - afzeggen, laten varen, terugkrabbelen[Domaine]
deponeren, doen, leggen, neerleggen, neerzetten, opstellen, poseren, steken, stoppen, zetten[Analogie]
verplaatsen (v. tr.)
Wikipedia - ver também
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s