Definição e significado de verstopping

obstacle (fr)[Classe]

opération, stratégie et tactique militaire (fr)[termes liés]

linie, verdedigingslinie[Hyper.]

ballast, barrière, hindernis, sta-in-de-weg, verstopping[Hyper.]

farceren, verstoppen, verstopt zijn[Dérivé]

obstacle (fr)[ClasseHyper.]

sluiting; opheffing; buitengebruikstelling[ClasseParExt.]

moeilijkheid; moeite; moeilijkheden[Classe]

bouwconstructie, bouwwerk, constructie, gebouw[Hyper.]

aanlopen, barreren, blokkeren, oplopen, stremmen, vastlopen, versperren, verstoppen, verstopping[Dérivé]

excès d'afflux routier (fr)[Classe]

embouteiller (fr)[CeQui~]

confituur, gedrang, jam[Hyper.]

occlusion intestinale (fr)[ClasseHyper.]

symptoom, ziekteverschijnsel[Hyper.]

stoppen[Nominalisation]

trouble respiratoire (fr)[Classe]

(verkoudheid)[termes liés]

enchifrené (fr)[Propriété~]

fermer une porte (fr)[Classe]

empêcher (de faire, de se produire) (fr)[Classe]

clore un espace pour le protéger (fr)[Classe]

dichtmaken; dichtstoppen; dichten; afdichten; tamponneren[Classe]

fermer un conduit anatomique (fr)[Classe]

(blokkade; versperring; afdamming; stuw; stuwdam; waterkering; schut; audiëntie; barrage; bedijking; dalstuw; dijkage; keerdam; rechtszitting; waterdam; zeedijk; rivierdijk), (waterkracht)[termes liés]

barre (fr)[termes liés]

opérer (chirurgie) (fr)[DomainRegistre]

belemmeren, derangeren, deren, geven, hinderen[Hyper.]

baar, dwarsbalk, dwarshout, dwarsstuk, kalf, kruisbalk, staaf, stang, traverse - audiëntie, barrage, bedijking, dalstuw, dijk, dijkage, keerdam, rechtszitting, rivierdijk, schut, sloot, waterdam, zeedijk[GenV+comp]

belemmering - verstopping - afdamming - ballast, barrière, hindernis, sta-in-de-weg, verstopping - noodoplossing, prop - obstructief, obstructie voerend - occlusive (en)[Dérivé]

afhelpen, bevrijden, losmaken, ontstoppen, vrijmaken[Ant.]

inaction, inactiveness, inactivity (en)[Hyper.]

check (en) - blijven - tegenhouden - aanhouden, aflopen, halthouden, stilhouden, stilstaan, stilstaand, stilvallen, stoppen, tot stilstand komen - check (en)[Dérivé]

action visant à ce que qqch ne se réalise pas (fr)[Classe]

séance parlementaire (fr)[DomainDescrip.]

inmenging[Hyper.]

aanlopen, afsluiten, barreren, blokkeren, oplopen, stremmen, vastlopen, versperren, verstoppen, verstopping - afstoppen, belemmeren, bemoeilijken, impediëren, remmen, stuiten[Dérivé]