Publicitade R▼
verwoesten
breken, kapotmaken, mollen, ruïneren, slopen, stukmaken, vernielen, vernietigen, wegvagen
verwoesten (v.)
verwoesten (v. trans.)
kapotmaken, moeren, mollen, reneweren, ruïneren, stukmaken, verbouwen, verdelgen, vermassacreren, verminken, vernielen, vernietigen, verrinneweren, verruïneren, verwoest
verwoestend (adj.)
afbrekend, destructief, destructieve, vernielzuchtig, verwoestende
verwoestend (adv./adj.)
Publicidade ▼
Ver também
verwoesten (v. trans.)
↘ verwoesting ↗ bouwval, puinhoop, ruïne
verwoesten (v.)
↘ ongedierte ↗ averij, ravage, verwoesting
verwoestend (adj.)
↗ afbrekend, decimeren, fnuikend, funest, liquideren, noodlottig, uitroeien, verdelgen, vernielen, vernielzuchtig, vernietigen, wegvagen ≠ constructief, konstruktief, opbouwend
Publicidade ▼
verwoesten (v.)
détruire totalement (fr)[Classe]
(begeerte; gulzigheid; begerigheid), (geldwolf)[termes liés]
(brandstichter; brandstichtster; brandbom), (uitslaande brand)[termes liés]
passion (fr)[DomaineCollocation]
verwoesten (v.)
détruire totalement (fr)[Classe]
détruire des villes et voler des gens (fr)[ClasseParExt.]
orage (fr)[DomaineCollocation]
verwoesten (v. tr.)
nuire (à qqn) (fr)[Classe]
détruire totalement (fr)[Classe]
détruire, mettre à bas une construction (fr)[Classe]
rendre nul (fr)[Classe]
(brandstichter; brandstichtster; brandbom), (uitslaande brand)[termes liés]
orage (fr)[DomaineCollocation]
verwoesten (v. tr.) [figuurlijk , oneigenlijk]
verwoesten[ClasseHyper.]
verwoesten (v. tr.)
verwoestend (adj.)
verwoestend (adj. et adv.)
vernietigend; destructief; destruktief[Classe]
qui a commis une faute (fr)[Classe]
dévaster (fr)[Qui~]
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,047s