Publicitade R▼
voeden
voeden (v.)
voeden (v. trans.)
borstvoeden, borstvoeding geven, de borst geven, sabbelen, zabbelen, zogen, zuigen
Publicidade ▼
Ver também
voeden (v. trans.)
↗ grutterswaren, kruidenierswaren, levensmiddelen, spijs, voeding, voedingsstof
voeden (v.)
Publicidade ▼
voeden
se laisser faire (fr)[Classe]
voeden (n.)
voeding; toevoer[Classe]
voeden (v.)
voeden (v.)
voeden (v.)
fournir des aliments (fr)[Classe]
voeden (v. tr.)
fournir des aliments (fr)[Classe]
bezorgen, toevoeren, voeren, voorzien, voorzien in[Hyper.]
grutterswaren, kruidenierswaren, levensmiddelen, spijs, voeding, voedingsstof[GenV+comp]
opbeuring, soelaas, troost, vertroosting - bestaan, kost, levensonderhoud, onderhoud, onderhoudskosten, subsistentie - voedend, voedzaam - sustainable (en)[Dérivé]
voeden (v. tr.)
allaiter (fr)[Classe]
spijzen, spijzigen, te eten geven, voeden[Hyper.]
het zuigen, zuiging, zuigkracht - lactation, suckling (en) - A-verpleging, verpleegkunde, ziekenverzorging, ziekenzorg - zuignap - kinderkamer, kweekbed, plantbed, planterij - broeder, kinderjuffrouw, kindermeisje, verpleegkundige, verpleegster, verpleger, ziekenbroeder, ziekenverpleger, ziekenzuster, zoogmoeder, zuster - lactation (en) - lactation (en)[Dérivé]
aanzuigen, zuigen[Domaine]
bottlefeed (en)[Ant.]
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s