Publicitade E▼
voorbijgaan
inhalen, langsgaan, omgaan, omkomen, ontgaan, ontsnappen, ophouden, overgaan, overtrekken, overwaaien, passeren, verdwijnen, vergaan, verlopen, verstrijken, voorbijlopen, voorbijrijden
voorbijgaan (v.)
doorkomen, ertussen liggen, omgaan, omkomen, slijten, verglijden, verlopen, verstrijken, vervlieden, vervliegen, vlieden, vliegen, voorbijglijden
voorbijgaan (v. intr.)
ergens, ergens overheen kijken , inhalen, langsgaan, langskomen, langsrijden, niet snappen, ontgaan, ontglippen, ontsnappen, passeren, te boven gaan, voorbijkomen, voorbijlopen, voorbijrijden, voorbijvaren
Publicidade ▼
Ver também
voorbijgaan (v. intr.)
↘ inhalen, voor de beurt gaan, voordringen, voorkruipen, voor zijn beurt gaan
⇨ in het voorbijgaan • laten voorbijgaan • liet voorbijgaan • lieten voorbijgaan • voorbijgaan aan • voorbijgaan aan iemands opvatting
⇨ Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan • Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan • Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan (televisieserie)
Publicidade ▼
voorbijgaan (v.)
voorbijgaan (v. intr.)
aller au delà d'une certaine limite (fr)[Classe]
passeren; voorbijgaan; voorbijrijden; langsgaan; inhalen; voorbijlopen[ClasseHyper.]
dépasser, doubler, passer devant qqn, qqch (fr)[Classe]
effectuer une manœuvre d'une voiture (fr)[DomaineCollocation]
voorbijgaan (v. intr.)
voorbijgaan (v. intr.)
Conteùdo de sensagent
calculado em 0,031s