Publicitade E▼
Publicidade ▼
Ver também
klauwen (n.)
klauw (n.)
↘ bedienen, bejegenen, hand-, hand{#169}, handmatig, hanteren, krabben, manueel, met de hand, niet{#169}automatisch, omgaan met, schrammen ↗ inkepen, insnijden, schaven
klauwen (n.)
organe de préhension (fr)[Classe]
principale partie visible de l'humain vue par l'humain (fr)[Classe...]
(vuistslag; stomp)[Thème]
(kleinheid; nietigheid; onaanzienlijkheid)[Caract.]
bras : vue externe (fr)[DomainDescrip.]
ledematen - aanhanger, aanhangwagen, lidmaat[Hyper.]
klauwen - aangeven, aanreiken, afdragen, doorgeven, doorgeven aan, geven aan, opbrengen, overbrengen, overgeven aan, overleveren, teruggeven aan, toesteken, verder geven aan[Dérivé]
homo sapiens, mens, menselijk wezen, mensenkind, sterveling, ziel - arm, tentakel, vangarm[Desc]
klauwen (v.)
voler (prendre à autrui) (fr)[Classe]
winnen[Hyper.]
beroving, diefstal, dieverij, ontvreemding, roof - dief, dievegge[Dérivé]
klauwen (v.)
klauwen (v.)
aaien, kozen, liefkozen, strelen[Hyper.]
fik, fikken, grijper, grijpers, grijpvinger, grijpvingers, hand, jat, jatten, klauw, klauwen, klavier, klavieren, kluif, knijper, poten, speelkaarten in de hand, tengel, tengels, vinger, vlerken, vuist - pawer (en)[Dérivé]
aankomen, aanraken, aanroeren, beroeren, komen, komen aan, raken, toucheren, zitten aan[Domaine]
klauwen (v.)
klauwen (v.)
raspen[Hyper.]
poot, pootje[Dérivé]
klauw (n.)
hoornklaver[Hyper.]
klauwen[Dérivé]
klauw (s.)
déchirure légère de la peau (fr)[Classe]
usure, chose usée (fr)[Classe]
schaven - abraser (fr) - abrade (en)[Nominalisation]
wond[Hyper.]
aanlopen, oplopen, schuren - chafe, excoriate (en) - schuren - raspen - afschrapen, bekrassen, klauwen, krabbelen, krabben, krauwen, scheuken, schobben, schrabben, schrapen, schrappen, schurken, uitkrabben, uitschrapen - frotteren, inwrijven, jeuken, krabben, krassen, wriemelen, zich krabben - ontvellen, openvallen, schaven - schuur-, vol krassen[Dérivé]
klauw (s.)
klauw[ClasseHyper.]
anatomie du doigt (fr)[DomainDescrip.]
pied : vue externe (fr)[DomainDescrip.]
patte de l'oiseau (fr)[DomainDescrip.]
nagel[Hyper.]
hoornklaver[Desc]
klauw (s.)
organe de préhension (fr)[Classe]
principale partie visible de l'humain vue par l'humain (fr)[Classe...]
(vuistslag; stomp)[Thème]
(kleinheid; nietigheid; onaanzienlijkheid)[Caract.]
bras : vue externe (fr)[DomainDescrip.]
ledematen - aanhanger, aanhangwagen, lidmaat[Hyper.]
klauwen - aangeven, aanreiken, afdragen, doorgeven, doorgeven aan, geven aan, opbrengen, overbrengen, overgeven aan, overleveren, teruggeven aan, toesteken, verder geven aan[Dérivé]
homo sapiens, mens, menselijk wezen, mensenkind, sterveling, ziel - arm, tentakel, vangarm[Desc]
klauw (s.)
insnijding[ClasseHyper.]
afdruk, afdruksel, indruk[Hyper.]
inkepen, insnijden[Nominalisation]
blutsen, deuken, indeuken - afschrapen, bekrassen, klauwen, krabbelen, krabben, krauwen, scheuken, schobben, schrabben, schrapen, schrappen, schurken, uitkrabben, uitschrapen - prikken - slit (en) - doorknippen, doorsnijden, doorsteken, openscheuren, opensnijden, snijden, splijten - incisive (en)[Dérivé]
klauw (s.)
morphologie des crustacés (fr)[DomainDescrip.]
anatomie des insectes (fr)[DomainDescrip.]
klauw (v. s.)
pedaal; trapper; voetpedaal; hanentred; hanetred; hanetred(e)[Classe]
poste de conduite d'une auto (fr)[DomainDescrip.]
partie du châssis d'une automobile (fr)[DomainDescrip.]
Publicidade ▼